160 of van cle zeeweer om daarvan tot hun 40e jaar deel uit te maken. Deze reserve wordt gebezigd zoowel tot het aanvullen van de land en zeeweer als voor zoover betreft de reserve der landweer tot hei vormen van nieuwe afdeelingen. Wapenen en uitrustingsstukken worden opgelegd in de magazijnen. 26. De dienstplichtigen, die niet bij het leger of de actieve zeemacht worden ingelijfd en niet volgens punt 27 b tot bijzondere diensten worden aangewezen, blijven tot hun 40e jaar bestemd tot aanvulling, in tijden van oorlog, van het leger, de landweer of de reserve der, landweer. 27. Bijzondere diensten. a. Diensten van reeds in tijd van vrede bij liet leger of bij de actieve zeemacht ingelijfden 1. Ordonnansendienst te paard. Bij het eskadron ordonnansen worden ingedeeld de dienstplichtigen, die daarbij voor eigen rekening en met medebrenging van een voor den dienst geschikt paard willen dienen; zij doen van 2 tot 6 maanden dienst bij dat eskadron. Hun geheele diensttijd is de gewone; de verplichting, om een goed terreinpaard beschikbaar te houden, duurt vier jaar. 2 Wielrijders-ordonnansen. Bij de infanterieregimenten worden een aantal wielrijders ingedeeld, die, met medebrenging van een ge schikt rijwiel, daarbij voor eigen rekening willen dienst doen. Zij worden 2 tot 4 maanden in dienst gehouden. Hun geheele diensttijd is de gewone; de verplichting, om een goed rijwiel ter beschikking te hebben, duurt acht jaar. 3. Ordonnansendienst te water. Onder gelijksoortige voorwaarden kunnen dienstplichtigen worden aangenomen, die eene voor den vei ligheidsdienst in de inundatie-liniën geschikte kano ter beschikking stellen en de bedrevenheid bezitten daarmede om te gaan. 4. Ingenieurs. De dienstplichtigen met een diploma voor civiel, werktuigkundig en bouwkundig ingenieur en technoloog worden na een eersten oefeningstijd van minstens zes maanden met verlof gezonden, indien zij tot reserve-genieofficier, reserve-opzichter of militair tech noloog worden benoemd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 166