12 ten aan hem op te brengen, soms in 2 a 3 dubbele mate; elk huis gezin moest hem bovendien een gantang kruit leveren. Hij schijnt wel het plan gehad te hebben, een grooten inval in het Bengkoe- lensch gebied te wagen en zich dan met den daar verblijf houden den Alibassa Prawiro Dirdjo (Sentot) in aanraking testel len, maar de pasirah's rieden hem dit af omdat dan de overeenkomst met den resident, dat de Ampat Lawangers zich rustig binnen hunne grenzen zouden houden, zou worden verbroken; en De Brauw meende dat Radja Tiang Alam meer door zendelingen dan per soonlijk zou handelen, aangezien een prijs van 500 Spaansche mat ten op zijn hoofd was gesteld, en men hem wel in Ampat La wang met rust zou laten, maar daarbuiten allicht iemand genegen zou zijn dien prijs te verdienen. In werkelijkheid werd bedoeld plan dan ook niet uitgevoerddoch over de maand Februari (missive van 3 Maart La U/C) rapporteerde De Brauw, dat in Ampat Lawang de feesten en hanengevech ten geen eind hadden en dat Radja Tiang Alam van de eene naar de andere plaats werd geïnviteerd. ,,Dit zijn geen goede tee- kens" voegde hij er bij „want ten eerste noopt dit de verliezers „tot het doen van roofpartijen om zich vergoeding te verschaffen, en „ten tweede schijnt Radja Tiang Alam weder in aanzien te rijzen, „wat nadeelig kan worden voor onze belangen. Het wordt dus tijd „voorwaarts te gaan"... Wat de landstreken buiten Ampat Lawang betreft, in de omstreken van Tebing Tinggi bleef het volkomen rustig, zoodat de vaart van daar naar Palembang geheel veilig was; in Kikim en Lematang Oeloe werd de rust niet verstoord, ofschoon zen delingen van Radja Tiang Alam het volk opruiden en ook de onderwerping van Moelah Oeloe door hem werd belet; Semindo keerde langzamerhand tot de orde terug; Kis am kwam achtervol gend geheel in onderwerping; Makakau, waar vele vluchtelingen uit Kis am eene schuilplaats vonden, onderhield daarentegen een lijdelijk verzet. In Moesi Oeloe bleef een deel der bevolking Dragam aanhangen, die daar „eeuen kleinen, onafhankelijken staat" had gesticht, maar zijn aanhang nam eer af dan toe. Terwijl de voorbereidingen tot den aanstaanden veldtocht getroffen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 18