EENE PATROUILLE TE EDI. In de laatste dagen van April jl. hadden de in toenemend getal rondom onze versterking te Edi genestelde vijandige Atjehers de patrouilles, welke zich tusschen die versterking en de koeala bewogen, herhaaldelijk beschoten. De commandant van den post droeg daarop den len Mei den luitenant de Leur op met eene patrouille, sterk 1 officier en 41 onderoff. en minderen, de stellingen des vijands, waaruit hij die beschietingen volvoerde, te verkennen en hem daaruit zoo mogelijk te verdrijven. De patrouille marcheerde ten 103/4 ure v. m. uit de benteng af met toepassing der gewone veiligheidsmaatregelenin het ten N. O. gelegen begroeide terrein gekomen, werd en tirailleur (1 sectie tirailleurs en 1 sectie reserve) vooruitgerukt. Na de daar gelegen kampong en pepertuinen doorzocht te hebben, kwam de troep in een alang-alangveld, dat door verschillende smalle, 0,5 M. diepe greppels was doorsneden. Terwijl in dit veld sprongs gewijze werd voortgerukt, stootte teu ongeveer 11 x/4 ure de tirailleur linie plotseling op eene rij kuilen, die door de Atjehers waren bezet- Deze kuilen waren omstreeks 1 M. diep en breed en 2 a 3 M. lang; zij waren in de hooge alang-alang uitgegraven, de aarde was weggevoerd en sommige waren met klappertakken overdekt, zoodat ze eerstop zeer korten afstand waren op te merken. De kuilen waren zoodanig aangelegd, dat zij uit den boschrand langs het strand, waar de vijand zich gewoonlijk ophoudt, ongemerkt konden bereikt worden. Elke kuil was bezet door 7 a 8 Atjehers, die eerst ontdekt werden, toen de tirailleurlinie er op omstreeks 10 a 15 passen voor stond. De vijand rees toen overeind en begon uit 6 a 7 kuilen, die in ver schillende richtingen lagen, te vuren. De tirailleurs losten twee salvo's, waarop de patrouillecommandant het signaal „attaqueeren" liet blazen. Niet alle tirailleurs volgden dit signaal aanstonds op; een gedeelte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 193