204
doodslag vergezeld, die, op ons meer direct grondgebied, op onze
eigenlijke onderdanen ziju gepleegd geworden.
„Een zoodanig gedrag kon eenige jaren worden volgehouden, doch
moest onvermijdelijk omdat hierdoor alle eerbied en ontzag voor het
bestuur, alle vertrouwen op zijne kracht verloren ging en verachting
voor onze zwakheid hiervoor in de plaats trad bij het minste meer
actief verzet tot een opstand leiden, die de residentie tot in hare
grondvesten deed schudden.
„Landbouw en handel, die alleen daar, waar eene behoorlijke be
scherming van den eigendom bestaat, tot ontwikkeling kunnen komen,
bleven onder die omstandigheden kwijnen.
„Nog korten tijd geleden durfde men in de boven-divisiën zich niet
van de versterkte doesoens verwijderen, om zich aan een meer uit-
gebreiden landbouw toe te wijdeu, en alleen het hoog noodige werd
aangekweekt.
„Deze stand van zaken had, niettegenstaande dit dikwijls anders
is beweerd, zijn hoogsten trap bereikt in de tijden, toen de Rijks
bestierder den grootsten invloed had; in 1847 en 1848 waren de
rooftochten zoo menigvuldig en stout geworden dat, welken weg men
ook ingeslagen had, eindelijk meer repressieve middelen hadden moeten
worden aangewend.
„Met recht mag men vragen, waarom die stoutheid der grens
volkeren, die zucht naar roof en moord op ons grondgebied nietten
tijde der Sultans heeft bestaan, waarom die juist is begonuen onder
ons bestuur, en of wij, door dezelfde politiek van de Sultans te
volgen, niet weder denzelfden staat van rust zouden kunnen erlangen?
„Ik herinner aan het volgens mijn gevoelen allerverkeerdst inge
richt bestuur op ons direct territoir, gepaard aan eene groote toege
vendheid voor de daden der grensvolkeren, en aan de weinige be
scherming die wij onzen directeu onderdanen tegen deze volkeren
hebben verleend. Doch deze redenen zijn het niet alleen; er zijn
er buiten onze schuld, er zijn er, alleen voortgevloeid uit onze bloote
tegenwoordigheid, en er zijn ook natuurlijke oorzaken, die er toe
bijgedragen hebben.
„Onze algemeene regeeringsbeginselen, beginselen van een beschaafd
volk, maakten toch eene groote omwenteling in den huishoudelijken