206 - anderen, indien Redjang Lebong eene grootere bevolking kreeg. „De Sultans hadden geene andere belangrijke grensgewesten dan Redjang, Moesi en Pasoemah Lebar; Semindo is eerst vóór 70 a 80 jaren, Kis am en Ma kak au zijn pas vóór 50 a 60 jaren ontstaan. „De bevolking van Redjang rooft nu ook zelden of nimmer op ons gebied, maar veel opdat van Bengkoelen; ook onder de Sul tans deed het alleen rooftochten in deze afdeeling. „Tusschen Pasoemah Lebar en het Sultansbestuur bestond, gelijk wij boven gezien hebben, een sterke band, die door ons verbroken is en, als in strijd met onze beginselen, niet meer kan worden aan geknoopt, zoo dit al mogelijk ware. „Ziedaar eenige oorzaken, waarom de Sultans minder overlast had den van de grensvolkeren, dan wij. „Het bovenstaande doet ons tevens zien dat wij den stand van zaken niet meer kunnen herstellen, zooals die vroeger bestond. De staat van anarchie heeft thans ook te diepe wortelen geschoten, dan dat wij, zonder eene dadelijke en directe bemoeiing, in staat zijn hem te doen ophoudenen zoolang die staat van anarchie aanwezig is, kunnen wij wel door gepaste overeenkomsten en krachtige middelen de grensgewesten eenigszins in bedwang houden, maar een volkomen waarborg voor rust en veiligheid zullen wij nimmer verkrijgen. „Wij kunnen echter nog hierbij voegen, dat de betere bewapening van die grensbewoners dan ten tijde der Sultans ook toebrengt, dat wij hen moeielijker in bedwang houden dan de Sultans. „Yan het oogenblik, dat ik aan het bestuur gekomen ben, is mijne aandacht op dezen staat van zaken gevestigd geweest, en heb ik getracht, door de zaken zooveel doenlijk terug te brengen tot. het standpunt, waarop zij zich ten tijde der Sultans bevonden, zooals door de afschaffing van de geldelijke opbrengst, genaamd tand a ber a dj a, en door het herstel der oude, eenigszins gewijzigde at oer an sindang mardika. Ik heb op die wijze gepoogd, de bestaande moeielijkheden, zooal niet geheel uit den weg te ruimen, althans te verminderen. „Die pogingen zijn niet geheel zonder vrucht gebleven. Sinds twee jaren hebben zich de grensgewesten Semindo en Kisam aan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 212