209 schijolijk van tijd tot tijd zal moeten plaats vinden om die woeste bevolking geheel in bedwang te kunnen houden. „Doch ook de militaire macht en de korpsen pradjoerits zullen niet genoegzaam wezen om eene volkomen veiligheid op de grenzen te onderhouden. Wij kunnen toch onze militaire posten niet zoo dicht op elkander plaatsen dat er geen doortocht meer bestaat. Zij zullen alzoo wel de rooftochten aanmerkelijk verminderen, doch nim mer een radicaal middel zijn om ze geheel te doen ophouden. „Wij zullen dus betrekkelijk groote militaire middelen moeten onderhouden, zonder tot een volkomen resultaat te geraken. „Wat voor Palembang waar is, geldt ook voor Bengkoelen. Daarom zal het plaatsen van militaire posten langs de grenzen van Bengkoelen, al zijn die uit een strategisch oogpunt nog zoo ge lukkig gekozen, dit landschap evenmin geheel van rooftochten uit Redjang of Makakau bevrijden als Palembang. Wie dit beweert, kent niet genoeg de weinige behoeften van die roofbenden, en de gemakkelijkheid die zij bezitten, om zich langs het meest ongebaand terrein te bewegen. „Indien dus de regeeiing de afdeeling Bengkoelen onder een geregeld bestuur wil plaatsen en meteen de rust aldaar en in de residentie Palembang op een vasten voet wil gebracht zien, dan is daartoe zeker de eenigste en beste weg, de bezetting der zg. grens gewesten, de divisie Ampat Lawang daaronder begrepen, en het brengen dier landstreken onder ons direct bestuur. „Ik heb hier, behalve Ampat Lawang, alle grensgewesten op het oog, en niet alleen de Moesi-of Redj an g-districten, omdat eene gedeeltelijke bezetting dier gewesten slechts onze grenzen zou uitbreiden en de militaire middelen vermeerderen, zonder tot een voldoend resultaat te komen. „Het bezetten van die gewesten, gepaard aan eene gelijktijdige regeneratie der afdeeling Bengkoelen moet de conditio sine qua nou van zoodanigen maatregel zijn. „Ik mag hier niet onopgemerkt laten, dat ik nog liever de resi dentie tegen de aan anarchie prijsgegeven grensgewesten zou zien aanleunen, dan tegen de afdeeling Bengkoelen, indien de staat van zaken op den tegenwoordigen voet bleef.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 215