210 „Dat echter zoodanige taak niet gemakkelijk zal zijn, ligt in den aard der zaak opgesloten. Dat zij belangrijke finaucieele opofferingen en vele menschenlevens zal kosten, is aan geen twijfel onderhevig. Zij zal langzaam en opvolgend moeten worden ten uitvoer gelegd, met het dringendste zal het eerst moeten worden begonnen. „Om eenigszins tot eene schatting te geraken van de middelen, die tot de verkrijging van dat doel moeten worden aangewend, zal een schets van de ligging, bevolking enz. der grensgewesten noodzakelijk wezen. „Van het Noordwesten af beginnende, is Redjang Moesi het eerste grensgewest, indien wij Redjang Lebong buiten rekening laten; dit laatste is bijna onbewoond en heeft ons nooit eenigen over last aangedaan. „Redjang Moesi, dat aan het Noordwesten tegen het gebergte Oeloe Moesi aansluit, is eene lange, smalle vallei van 50 palen lengte, besloten tusschen het B a r i s a n-gebergte en het gebergte Palai. De bevolking is gering in vergelijk met de oppervlakte van den bodem en wordt op 8 a 10000 zielen geschat. Zij heeft ruime voedingsmiddelen en drijft handel met Bengkoelen en Palem- baug, naar welke laatste plaats veel tabak wordt afgevoerd. Ik geloof dat de handel met het Palembangsche grondgebied wel zoo levendig is als die met de afdeeling Bengkoelen. „De bevolking schijnt niet veel vuurwapens te bezitten; de roo- verijen, die zij pleegt, gebeuren op het grondgebied van Bengkoelen. „Naar het Palembangsche grondgebied leiden uit Redjang, in dien men die zoo mag noemen, drie hoofdwegen een van Kesambi naar OedjanPanas in Sindang Klingi; een van Tjinta Mandi naar Kota Greri inSindangBliti, en een langs de vallei van de Moesi naar de marga Te da tj en (Loeboe Poe ding) in de divisie Ampat Lawang. „Naar Bengkoelen loopt een weg over Loeboe Kwouw, en een over Tabatmóno en Rindohati. „De Moesi loopt door geheel Redjang heen; dit landschap is nog verdeeld in Redjang Moesi en Redjang Tengah. „Indien men van Sindang Klingi en Sindang Bliti naar Redjang gaat, moet men een geheel onbewoonde streek door, en eene nacht in het bosch doorbrengen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 216