213 houdend roof en moord op onze onderdanen gepleegd, tot dikwijls achter onze militaire posten. „De Pasoemahers zijn niet krijgshaftig en hebben weinig vuur wapens. Het is in dit landschap vooral, dat de maatschappij het meest ontbonden is; men kan met recht zeggen, dat er geen gezag meer bestaat, een ieder doet wat hij verkiest. Het is daarom voor de hoofden zeer moeielijk, rooftochten tegen te gaan, en alleen vrees blijft de hefboom om de bevolking in bedwang te houden. Zij is op hare onafhankelijkheid zeer gesteld en zou die zeker niet gaarne verliezen, hoewel ik wel geloof dat de hoofden en een gedeelte der bevolking bij een intocht van troepen op de hand van het bestuur zouden wezen. De krachtiger houding van het bestuur sedert 1852 heeft gedurende meer dan een jaar alle rooftochten belet, totdat den 3eD October, een aanval op de doesoen Penantian in Pagar Gfoenoeng is gedaan, die gelukkig is afgeslagen. In het begin van December 1853 is het echter een 15-tal kerels gelukt, een roof te plegen. „Op voortdurende rust bestaat niet veel hoop. „De westelijke grenzen vervolgende, komt men van Pasoemah Lebar het eerst aau Se min do, vervolgens aan Kis am, eindelijk aan Makakau. Deze landschappen bestaan uit valleien, gevormd door rivieren die van het B a ri sa u-gebergte afstroomen. Zoo woont de bevolking van Semindo langs het bovengedeelte der E n i m en van de Ogan en hare spruiten Kis am wordt door de S a k o doorsneden, die, bij Moeara Doea, de K o me ri n g-rivier helpt vormen, terwijl het riviertje de Makakau in de Slabong valt, die, uit Ran au komende, mede een der takken van de Komerin g-ri vier uitmaakt. „Deze valleien sluiten echter niet aan elkander, maar zijn nog door andere onbewoonde valleien van elkander gescheiden. „De bevolking dezer drie landschappen isuitPasoemahLebar afkomstig. „Semindo is het eerst bevolkt geworden en wel, indien de over leveringen juist zijn, omtrent 80 jaar geleden. Het hoofd van de priesters (Kapala Kaum) in Pasoemah Lebar verhuisde toen, en de meeste priesters volgden hem naar het nieuwe land; Makakau is uit Semindo voor omtrent 50 jaren bewoond geworden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 219