217 gewesten in onderwerping of liever, gezegd, onder ons onmiddellijk bestuur brengen. „Door zoo te werk te gaan, zullen de militaire middelen geene belangrijke vermeerdering behoeven te ondergaan boven hetgeen nu reeds hier aanwezig is, doch naar Bengkoelen zullen eenige troe pen moeten worden gezonden, omdat de bezetting van Redjang het best van die zijde zal kunnen geschieden. „Ik geloof dat, zooals de zaken nu staan, eene colonne van 3 compagnieën op groot compleet, 2 handmortieren en een 50-tal pra- djoerits tot de eerste occupatie van Ampat Lawang voldoende zullen zijn, en ook sterk genoeg om er zich te vestigen. Buiten die colonne zou dan, behalve de gewone bezettingen, nog eene compagnie en eenige artilleristen te La hat, eene halve compagnie te Tebing Tinggi en eene halve compagnie te Palembang in reserve moe ten zijn; de compagnie te Lahat zou tevens dienen, om invallen uit Pasoemah Lebar te beletten. „De colonne, die uit Bengkoelen Redjang bezetten zal, moet in den eersten tijd minstens 1 x/2 compagnie op groot compleet, met eene halve compagnie tot reserve, bedragen. „Deze opgaven beschouw ik als minima; het Militair Departement zal dus voor eene aanhoudende aanvulling der ontbrekende man schappen moeten zorgen. „De Palembangsche colonne zou 900, die van Bengkoelen 300 a 400 koelies noodig hebben. „Zoodra de stand van zaken in Ampat Lawang en Redjang tot eenige vastheid is gekomen en de bevolking van hare vuurwa pens is ontdaan, kan eerst worden gedacht aan de bezetting der andere grensgewesten, waartoe dan nog eene zesde mobiele com pagnie naar Palembang zal moeten worden gezonden. Ik geloof niet, dat immer meer troepen benooaigd zullen zijn, om al de grensge westen, dus later ook Semindo, Kisam en Makakau te bezet ten is onze vestiging eenmaal geconsolideerd, hetgeen voorzeker eenige jaren zal duren, dan kan waarschijnlijk die sterkte verminderen." Ondanks al het aangevoerde, achtte de kolonel De Brauw in 1853 het tijdstip voor de annexatie der grensgewesten nog niet gekomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 223