240 voldoende uit de teekeniugen, zijnde in fig. 2 door de stippellijn de afscheiding van staartstuk en aangebrachte versterking aangegeven. Het is hier misschien de plaats om aan te teekenen dat, bij het nemen van proeven, aan de geweren zulke verbazend hooge eischen worden gesteld dat men zich zelfs geen oorlogstoestand kan denken, waarbij zooveel van het wapen gevorderd zou worden. Bij de proeven is het b. v. eeue kleinigheid om uit een geweer 1000 schoten achter elkander te doen de loop wordt dan telkens met water afgekoeld te velde zal zelfs het achtereen verschieten van het tiende gedeelte van dat aantal wel tot de grooto zeldzaam heden behooren. Het is dan ook lang niet onmogelijk dat ook zonder de aange brachte versterking het geweer alleszins bruikbaar zou zijn geweest, maar men heeft terecht tot die versterking besloten, om het wapen vau den beginne af aan met het meest mogelijke vertrouwen in han den te doen nemen eu dat vertrouwen zou allicht geschokt zijn ge bleven, toen bij het voortzetten der proeven enkele staartstukken kleine scheurtjes vertoonden, welke gebeurtenis, eenigszins overdreven in de dagbladen bekend gemaakt, wantrouwen in het nieuwe wapen deed ontstaan. Het aanbrengen van het gat in het staartstuk tot doorlating van het magazijn is verder oorzaak geweest dat de voorste lip van den beugelkrop verkort is moeten worden. Ook uit de lade moest mede tot doorlating van het magazijn een stuk weggesneden worden en dit was weer oorzaak dat de moer- plaat voor den ontlaadstok met schroef in de lade kwam te vervallen, maar ook dat die stok niet meer zoo ver in de lade kon worden gestoken. Hij moest dus 5.3 cM. verkort worden en, om hem in het geweer te kunnen vastdraaien, is in de voorborst f (fig. 1) van het magazijn een schroefmoer gesneden. Het verkorten van den ontlaadstok had alweder het gevolg dat hij te velde wanneer nl. elk ander hulpmiddel ontbreekt niet meer als pompstok zou kunnen gebruikt worden. Ten einde daarin te voorzien, is aan een der armen van den schroevedraaier een messingen verlengstuk met schroefmoer aange bracht (fig. 5). Door nu dezen arm op het ondereinde van den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 246