241 ontlaadstok te schroeven, verkrijgt deze de benoodigde lengte om als pompstok dieost te doen. Bij het geweer M. 71 voldeed de patroontrekker slechts in onvol doende mate aan den eisch van het goed uitwerpen der ledige hulzen. En juist bij het repete '-geweer is het een allereerste eisch dat bij het laden uit het magazijn de ledige huls van zelf uitgeworpen wordt, vóórdat een nieuwe patroon wordt ingebracht. Is daar niet voldoende voor gezorgd, dan veroorzaakt de ledige huls storing in de werking van het mechanisme. Om het uitwerpen van de ledige hulzen te verzekeren, heeft men aan den afsluiter belangrijke wijzigingen moe ten aanbrengen, die het beoogde doel volkomen hebben doen bereiken. In de eerste plaats moest een uitwerper worden aangebracht, maar het aanbrengen daarvan alleen kon het gebrek niet herstellen, omdat bij het uitwerpen de patroontrekker aan de hulzen een beweging naar rechts en naar boven moest geven, waardoor het noodzakelijk werd dien trekker aan de rechterzijde en niet meer als voorheen aan de linkerzijde te bevestigen. De veerende patroonlrekker dt (fig. 6) is met een zwaluwstaart aan den afsluiter bevestigd en, om hem geen beletsel te doen vormen in de gleuf d2 voor de geleiderschroef, is ook uit den patroontrekker een gleuf da gesneden, die geheel met de gleuf d2 overeenkomt. In het staartstuk zijn nu twee gleuven in elkanders verlengde gemaakt voor den buiten den afsluiter uitsteken den haak van den patroontrekker. De achterste gleuf in het steun stuk loopt niet geiieel door, zoodat de patroontrekker tegen haar achter kant stuit. De voorste gleuf eindigt in de nieuwe insnijding voor den patroontrekker, in den loop aangebracht. Waar vroeger de pa troontrekker zich bevond, is nu aan den afsluiter een uitwerper e bevestigd en wel door middel van een schroef et, die door een sleuf van den uitwerper gaat, zoodat deze eenige millimeters voor- en achter waarts langs den afsluiter kan geschoven worden. De borst e2 van den uitwerper schuift bij deze beweging in een insnijding van den afsluiter. Aan den voorkant van den uitwerper bevindt zich een nok e3 die, wanneer de uitwerper in zijn achtersten stand staat, ge heel is opgesloten in een insnijding van den afsluiter. Is de uit werper in ziju voorsten stand, dan komt die nok e3 gedeeltelijk te voorschijn, zooals uit den gestippelden stand van fig. 6 blijkt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 247