242
Deze gestippelde stand geeft verder een duidelijk beeld van het
uitwerpen der ledige hulzen. Dij het terughalen van den grendel
toch wordt de huls, die vóór den afsluiter ligt en waarvan de rand
rechts achter den haak van den patroontrekker en links vóór de
nok e3 van den uitwerper is, medegenomen. Stuit de uitwerper tegen
het uiteinde zijner gleuf, dan kan de grendel met afsluiter nog een
weinig verder naar achteren worden gebracht, waardoor de nok es
van den uitwerper voor een gedeelte uit de insnijding van den af
sluiter komt. Geschiedt nu het terugtrekken van den grendel eenigs-
zins krachtig later zal blijken dat dit steeds moet plaat3 hebben
dan drukt de nok eg ook met kracht tegen het linkergedeelte van
den rand der huls en deze, rechts vastgehouden door den haak van
den patroontrekker, krijgt daardoor een draaiende beweging en springt
rechts uit het geweer.
Zooals wij reeds zeiden, hebben de belangrijke wijzigingen aan den
afsluiter, die o. i. zeker op den naam van vernuftig mogen aanspraak
maken, volkomen het doel„het steeds en volledig uitwerpen der
ledige hnlzen" doen bereiken.
Niet alleen de ledige hulzen worden krachtig rechts naar voren
uitgeworpen, maar ook bij de exercitiepatronen, die een gewicht heb
ben gekregen gelijk aan dat van scherpe patronen, heeft de uitwer
ping even volmaakt plaats.
Nog dient opgemerkt te worden dat de schroef e1 van een vier
kanten kop is voorzien om het van zelf eenigszins losdraaien, dat
gedurende het vuren zou kunnen plaats hebben, geheel te voorkomen
en dat de uitwerper zich wel beweegt in de oude gleuf voor den
vroegeren patroontrekker, maar dat deze toch dieper is moeten ge
maakt worden.
Verder was het tengevolge van het aanbrengen van het magazijn
en de nieuwe uitwerpinrichting uoodig dat de afsluiter ongeveer
9 fflS. meer naar achteren kon teruggetrokken worden, waardoor de
oude gleuf voor den patroontrekker iets naar achteren is verlengd
geworden.
Behalve tot het aanbrengen van de noodzakelijke wijzigingen is
van de transformatie van het geweer nog gebruik gemaakt tot het aan
brengen van een drietal kanalen voor gasontsnapping. Twee daarvan zijn