250 ningen stelt als eiseh bij de individueele oefeningen dat eeD man, om over te gaan tot de le klasse, op 150 M. met repeteervuur 13 schoten in de minuut moet doen, waarvan 10 treffers. Hij moet daartoe, na de 4 patronen uit het magazijn verschoten te hebben, driemaal een gevulden houder inbrengen en van den laatsten min stens één patroon verschieten. Het bleek ons gedurende ons verblijf aan de schietschool, dat deze eisch voor geoefenden zeker matig moet genoemd worden. Bij zeer geoefendeu zal het niet moeielijk zijn om een lötal gerichte schoten in de minuut te doen. Wat veelvuldige oefening en veel physieke kracht in deze vermag, blijkt wel uit het feit dat er bij de schietschool een onderofficier aanwezig is, die in de minuut 32 gerichte schoten doet. Een ander onderofficier die in de laatste 5 maanden niet meer met het ge transformeerde geweer had geschoten, maar vóór dien tijd bijna dagelijks deed in onze tegenwoordigheid 29 gerichte schoten in de minuut. Hierbij moet echter opgemerkt worden, dat bij een dergelijk snelschieten de lading uit den gevulden houder het openen en sluiten van den loop als het ware in den aanslag gebeurde en het geweer slechts tegen de heup werd gebracht bij het inbrengen van een nieuwen gevulden houder. Met voordacht hebben wij hier van gerichte schoten gesproken en zoo ooit dan was bij de iuvoering van het repeteerwapen de bepaling, voorkomende op bladzijde 57 vau het schietvoorschrift, luidende: „Hij de onderwijzer moet den soldaat doordringen van het besef, „dat niet het aantal schotenmaar het aantal treffers de waarde van „een repeteervuur bepaalt", op hare plaats. De invoering van het getransformeerde geweer zal bij de Neder- landsche infanterie gepaard gaan met een algeheele wijziging van de bepakking van den soldaat. Hoe gewichtig die wijzigingen ook zijn zullen, voor de lezers van het I. M. T. zijn zij o. i. van minder belang, omdat het toch aan twijfel onderhevig is, of, al mocht te eeniger tijd voor het Indische leger tot een transformatie van het ge weer naar het systeem Yitali worden overgegaan, ook de bepakking van deri Sederlandscben soldaat_ of liever het draagsysteem, bij het Nederlandsche leger ingevoerd, zou kunnen worden overgenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 256