DE FORMATIE, INDEELING EN SAMENSTELLING DER INFANTERIE-COMPAGNIE TAN HET VELDLEGER. Reeds sedert een paar jaren bestaat het voornemen om over te gaan tot de reorganisatie van de infanterie van het Nederlandsch- Indische leger, een voornemen waartoe ook, volgens mededeeling van den Minister van Koloniën, hebben bijgedragen de brochures, indertijd aan dit onderwerp gewijd door den gepensionneerden kolonel der infanterie W. A. Coblijn. Aanvankelijk was, naar hetgeen bij de behandeling van dejongste koloniale begrooting gebleken is, het plan die reorganisatie vast te knoopen aan de reorganisatie van het departement van oorlog; die aanhechting schijnt evenwel minder goed gelukt te zijn, daar sedert de voorstellen tot de laatstbedoelde reorganisatie bij het Opperbestuur in Nederland zijn ontvangen en afgedaan, terwijl de eerstbedoelde nog slechts in uitzicht gesteld is. Het laat zich dus aanzien dat er nog wel eenige tijd zal verloopen, alvorens het vraagstuk der reorganisatie van de infanterie in zoodanig stadium treedt, dat daarin eene beslissing zal kunnen genomen worden. Onder die omstandigheden kan het zeker geen overbodig werk geacht worden om over eenig onderdeel van dat vraagstuk een en ander in het midden te brengen, en het is daarom dat ik eenige be schouwingen wensoh te wijden aan de formatie, indeeling en samen stelling van de infanterie-compagnie van het veldleger, een onderwerp zoo uiterst gewichtig, dat het niet genoeg van verschillende zijden kan worden toegelicht op een oogenblik, dat men op het punt staat daaromtrent een regeling te treffen, welke meer dan waarschijnlijk voor minstens een tiental jaren onveranderd zal blijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 270