266 heden en de verliezen gedurende het gevecht, komt men dan tot de gewenschte sterkte van ongeveer 230 soldaten of, met inbegrip van kader, tamboers en hoornblazers, tot 250 hoofden. Deze redeneering geheel in hare waarde latende, kan toch niet worden ontkend dat de grondslag, waarvan daarbij is uitgegaan, eenigszins willekeurig is gekozen en althans, gelet op de ondervinding, voor onze toestanden moeielijk als geheel juist kan worden aangenomen. Beter schijnt het daarom rekening te houden met de ook op ervaring steunende grenzen, welke voor de feitelijke sterkte van de compagnie in ons reglement zijn aangegeven 169 en 197 R. S.); volgens die grenzen kan de sterkte der groep afwisselen van 8 tot 16 fuseliers en dus die der compagnie te velde van 64 tot 128 fuseliers. Onder niet al te ongunstige omstandigheden mag dus worden aan genomen, dat de compagniescommandant in het beslissend oogenblik van het gevecht zal te beschikken hebben over een sterkte van onge veer 96 man, een cijfer dat ook geacht moet worden meer aan de eischen van de toestanden en de terreinen, waarin als regel moet worden opgetreden, te beantwoorden. Ofschoon tegenover onzen Inlandschen vijand de verliezen in het gevecht meermalen groote verhoudingen hebben aangenomen, kan toch als regel worden gezegd, dat die geringer zijn dan in Europeesche oorlogen, maar dat daarentegen de verliezen tengevolge van ziekten en klimaatsinvloeden belangrijk grooter zijn; bovendien heeft men in onze toestanden altijd rekening te houden met de omstandigheid, dat de troep in den regel na mobilisatie moet worden ingescheept en soms een vrij lange zeereis te maken heeft om naar het oorlogstooneel overgebracht te worden. Alleen een opgave betreffende de verliezen tengevolge van een en ander geleden, gebaseerd op de ondervinding bij verschillende expedities over een zeer groot tijdvak genomen opgedaan, zou kunnen doen zien welk cijfer men daarvoor in rekening moet brengenzoover daarover door de ondervinding der laatste jaren licht verspreid is, mag men, zonder gevaar van in groote misrekening te vervallen, dat verliescijfer stellen op ongeveer 20 °/0 van de sterkte volgens formatie. De troep embarkeert echter na mobilisatie geenszins op zijn sterkte volgens formatie, daar de in het hospitaal verpleegden, kwartierzieken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 272