270 de depotbataljons slechts tellen vijf niet-Europeesche compagnieën, sterk 965 fuseliers, terwijl alléén voor het africhten van de jaar- ljjksche gewone suppletie van 1400 a 1800 Inlandsche recruten zouden noodig zijn minstens 10 Inlandsche compagnieën met een formatie van 125 fuseliers elk. Tengevolge van dien treurigen toestand is het dan ook regel, vooral in de laatste jaren, dat de Inlandsche compagnieën der depotbataljons minstens 250 man sterk zijn, zelfs meermalen 400 man en daarbovenmen kan nagaan met welke gevolgen. Yan het aanhouden eener reserve bij de depotbataljons, bestemd om de veld bataljons in staat te stellen volgens de organieke sterkte uit te rukken, is dan ook nimmer sprake geweest en zal met de tegenwoordige organisatie nimmer sprake kunnen zijn, zoodat bij mobilisatie van een veld bataljon slechts op een feitelijke sterkte van 445 h 490 geweerdragenden per bataljon mag gerekend worden. Stelt men zich een oogenblik een korps van zulk een onbeduidende sterkte voor tegenover een mogelijken Europeeschen vijand, dan blijkt dadelijk dat het belangrijk in de minderheid en dus in het nadeel is. Na de maatregelen, in 1886 tot versterking van het Britsch-Indisehe leger genomen, hebben de 53 bataljons (regimenten) Europeesche infanterie eene formatie van 984 minderen, de 63 bataljons Inlandsche infanterie van het leger van Bengalen van 896 minderen, de 32 bataljons Inlandsche infanterie van het Madras-le- ger van 817 minderen en de 26 bataljons Inlandsche infanterie van het Bombay-leger van 816 minderen, alle ingedeeld in 8 compagnieënbovendien heett de Inlandsche infanterie eene reserve, in denzelfden geest als het Engelsche leger in Europa,in het Bengaalsch leger van 218 man, in het Madras- en het Bombay- leger van 160 man per bataljon; al die korpsen kunnen dus opeen sterkte van minstens 800 geweerdragenden worden gemobiliseerd. Wanneer nu een onzer bataljons zulk een bataljon van bijna de dubbele sterkte tegenover zich krijgt, dan zal dit laatste onder overigens gelijke omstandigheden zeker belangrijk in het nadeel zijn en dat is inderdaad een ernstig bezwaar. Wanneer de formatie van de compagnie op het boven gevonden cijfer van 150 soldaten gebracht wordt, dan zal, met inbegrip van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 276