282 het bataljon, in plaats van uit <8, samen te stellen uit 4 compagnieën van het dubbele der tegenwoordige sterkte, met het zeer nadeelige ver schil evenwel, dat die verandering eerst intreedt bij den aanvang van het gevecht, op een oogenblik dus dat het verbreken van het normale tactisch verband meer dan ooit gevaarlijk en het handhaven van de bestaande vormen meer dan ooit noodig is; de colonnecommandanten krijgen daarbij een commando en komen in toestanden, die vroeger onbestaanbaar werden geacht en dat wel zonder voldoende voorbe reiding in vredestijd en dus zonder voldoende waarborgen dat zij zich inderdaad kunnen kwijten van de zware, alsdan op hen rustende ver plichtingen. In de eerste plaats omdat de toestanden, waaronder het Engelsche en Engelsch-Indische leger bij de veelvuldige kleine koloniale oorlogen hebben op te treden, veel overeenkomst hebben met die, waaronder wij in den regel tot handelen geroepen worden en bovendien omdat,' waar wij ons een verdediging tegen een buitenlandschen vijand voor den geest brengen, in de eerste plaats aan het Engelsch-Indische leger als mogelijke en waarschijnlijke tegenpartij moet gedacht worden, heb ik gemeend vorenstaande beschouwingen en opmerkingen bij het in dit opstel behandelde onderwerp niet achterwege te mogen laten. Naar ik meen, toonen ook zij vrij duidelijk aan dat voor onze toe standen eene indeeling van het. bataljon in vier compagnieën en eene formatie van 150 soldaten per compagnie, te velde een effectief geven de vau 100 a 128 fuseliers, inderdaad do meest wenschelijke moet geacht worden. Laat ons thans zien, welke, voor eene compagnie van die sterkte, de meest geschikte indeeling is, want het is duidelijk dat één per soon niet onder alle omstandigheden het geheel kan overzien en eom- mandeerendaarvoor zijn tusschenpersonen en andere organen noo dig, waaruit reeds dadelijk volgt dat die indeeling ook in verband staat met de mate van ontwikkeling en de geschiktheid, alsmede met het aantal van de beschikbare tusschenpersonen. In nauw verband met de indeeling der compagnie staat het aanta) officieren (luitenants), dat buiten den commandant noodig en verkrijgbaar is en wel omdat men het er' vrij algemeen over eens is, dat de zooge naamde hoofdafdeelingen der compagnie officiers-afdeelingen moeten zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 288