287
„Deze cijfers wijzen uit dat de eerste combinatie te zwak is, de
derde te hooge eischen stelt en de tweede de beste moet geacht
worden.
„De bevorderingskansen der officieren eischen almede eene ver
deeling der compagnie in drie pelotons. Behalve in Frankrijk erkent
men overal dat de onderluitenantsrang (sous-lieutenant) slecht geko
zen is. Zij dient slechts om den officiersrang te verleenen aan te
jonge lieden, die daarvoor nog niet rijp zijn. Men dient niets anders
te hebben dan luitenants en aspirant-officieren. Deed men dit, dan
zou men in het eerste geval hebben twee luitenants op een kapitein
en in het tweede geval anderhalve luitenant op een kapitein, 't geen
zeer ten voordeele van dit laatste is.
„Men zou daartegen kunnen aanvoeren dat men in het eerste geval
op een majoor zou hebben 4 kapiteins tegen 8 in het tweede en derde
geval. Deze nadeelige toestand kan evenwel verbeterd worden door
het opheffen der betrekking van adjudant-majoor (bataljons-adjudant)
en daarvoor een tweeden bataljonscommandant in de plaats te stellen.
De rang van bataljonscommandant is te belangrijk om hem, zij het
slechts tijdelijk, ooit aan een kapitein toe te vertrouwen en in de
verspreide orde zal soms met bataljons worden opgetreden.
„Die redenen wettigen een tweeden commandant per bataljon, zooals
die reeds per compagnie en per regiment bestaat.
„Al deze overwegingen," zoo besluit de generaal Lewal deze be
schouwingen, „pleiten voor een verdeeling der compagnie in drie onder-
deelen eu Von ne comprendrait pas que Vusage prévalüt contre ia
nécessitèP
Met gepasten eerbied voor de meening van andersdenkenden, in
zonderheid voor die van een doorkneed tacticus als de generaal Lewal,
kan toch niet zonder grond tegen deze geheele redeneering' de be
denking worden ingebracht, dat zij niet vrij is van overdrijving en
uitsluitend de nadeelen van eene indeeling in vieren gesteld worden
tegenover de voordeelen van eene verdeeling in drieën, terwijl toch
ook aan de laatste nadeelen eigen en er omstandigheden zijn waarin
de verdeeling in vieren belangrijke voordeelen heeftmen denke slechts
aan het compagniescarré, dat vooral voor onze toestanden van belang
is. Inmiddels verdient het de aandacht dat in de opgegeven cijfers