288 voor een compagnie van 3 pelotons, behalve op den commandant, gerekend is op 4 officieren, dus op 1 reserve-pelotonscommandant, wat dan ook volkomen rationeel is; de voorgestelde verhouding van 2 kapiteins op 3 luitenants is zeker alleszins geschikt om alle moge lijke bedenkingen, welke ten opzichte van de bevorderingskansen der officieren zouden kunnen gemaakt worden, weg te nemen en ware ook bij ons dat vraagstuk in dien zin op te lossen, dan zou in den tegenwoordig in dat opzicht zoo diep treurigen toestand zeker een afdoende verbetering komen, ofschoon daaraan zeker het nadeel vei- bonden is dat zeer uiteenloopende diensten door personen van denzelfden rang moeten worden verricht, wat niet zonder bedenking is. Hoe dat echter ook zij, de algemeene opvatting ten deze stelt den generaal Lewal met zijne beschouwingen niet in het gelijk, want hoe onbegrijpelijk het hem ook moge schijnen, een feit is het dat nog nergens de door hem ontwikkelde beginselen in practijk zijn gebracht Duitschland en België zijn de eenige rijken waar men de vroeger reeds bestaande indeeling der compagnie in drie pelotons heeft be houden, doch ook daar is men er niet onverdeeld mede ingenomen. Vooral in Duitschland gaan herhaaldelijk stemmen op, die op eene indeeling in vier pelotons aandringen. In eene brochure, getiteld „Brennende Fragen in reglementarischer Form" met het motto „Andrer Weg, gleiches Ziel", in 1881 te Berlijn verschenen, wordt reeds eene indeeling der compagnie in vier pelotons als noodzakelijk vooropgesteld, terwijl de schrijver eener andere brochure getiteld„Das Preuszische Infanterie-Exercir-Reglement in seiner bisherigen Entwickelung und die Forderungen der Gegenwart (1812 1847 1876 18??)", in 1884 te Haunover verschenen, op de volgende wjjze de indeeling der compagnie in vier pelotons motiveert: Die Compagnie wird fiir Friedens- und Kriegssfcarko in 4 Ziige eingetlieilt. Ilierdurch fallt die Doppelformation in Ziige und Halbziige fort. Der kriegsstarke Zug von circa 50 Mann ist die Normal-Unterabtheilung der Schiitzenlinie, die dem Offizier die persönliche Einwirkung und Fiihrung in richtigen Grenzen gestattet. Da die zerstreute Feclitordnung im heutigen Gefecht also uuch in der Ausbildung dor Infanterie die Maszgebende ist, so ist ferner zu betonen, dasz das Ausschwarnien eines solchen Zuges (i der Compagnie) zur Einleitung des Gefechts in -vielen Fallon ausreioliend sein wird. Genügt er nicht, so wird oin zweitor aufgelöst, os bleibt jedoch auch dann noch ein gesehlossenes Gros dor Compagnie, nicht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 294