302 eischt worden, dan zijn die oefeningen overbodig. Goedschiks had men derhalve 7 of 8 oefeningen voor de le kl. kunnen nemen, waai door met de thans bestaande bepaling in 117 (zie mijne voor gestelde wijziging) een goed schutter meerdere kans zoude hebben ooit scherpschutter te worden. Hierop wensch ik nog even terug te komen. Gesteld een schutter is buiten zijn schuld bij het eind van het schietseizoen tot de xe oefening der le kl. gekomen. Inge- volge 117 moet nu die goede schutter het volgende schietseizoen weer beginnen met de le oefening der 2°' klasse, zoodat hij, in weerwil van zijn goed schieten, meer kans loopt het niet tot scherp schutter te brengen. Over de gezamenlijke schietoefeningen, dus ook over het gevechts- schieten, zal ik gaarne mjjn oordeel mededeelen, als wij die vuren hebben gehouden. De schietregels betreffende het individueele schot vind ik voor Inlandsehe fuseliers ondoelmatig, omdat het aan het onmogelijke grenst den man die zaken goed in 't geheugen te prenten. Wel is het mogelijk, ingevolge 159 den man die regels duidelijk te ma ken, zoodat hij ze begrijpt, doch drie dagen later is het met zooveel moeite daarin geperste eene rhapsodie geworden, die er eerst uitge haald moet worden, om hem bet eenvoudigste van de schietregels weer aan het verstand te brengen. Bovendien betwijfel ik het, of de man, als hij op post staat dit zal wel 't eenige geval zijn, dat hij ze in practijk behoort te brengen en hij een vijand, 't zij als kopschijf, 't zij onder een anderen vorm, bemerkt, zich eerst zal afvragen, moet ik hier nu regel N°. 1 toepassen, d. i. standvizier gebruiken of N°. 2a klep op 't voetstuk, en is 't nu 150 M. of 175 M. Ik betwijfel geen oogenblik de theoretische waarde van deze schietregels mén begrijpe mij goed doch ik acht ze te geleerd voor het brein onzer Inlandsehe soldaten en daarom onpractisch. Soerabaja, Hei 1889. J. R. Jacobs, kapitein der Infanterie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 308