"V -A. 3rt I
Verslag der Commissie van Inspectie over de Kon. Mil.
Academie te Breda.
Aan het verslag, uitgebracht door bovengenoemde commissie, bestaande
uit de HH. generaal-majoor ridder Alewijn, kolonels Steenberghe, Bolken)
Hardenberg en Thirion, ontleenen wij het volgende:
Personeel.
Aan de Kon. Mil. Academie waren werkzaam
43 officieren en
28 burgerbeambten.
Bij de Eerste Afdeeling der Krijgsschool waren 40 officieren gedeta
cheerd.
Den 16den Mei 1889 had des voormiddags eene revue plaats over het
cadettenkorps. De sterkte van het korps bedroeg bij deze gelegenheid
320 hoofden, terwijl 18 cadetten wegens gezondheidsredenen niet aan de
revue konden deelnemen.
Krijgstucht en gedrag.
Hetgeen door de Commissie met betrekking tot het gedrag der cadetten
en de onder het cadettenkorps heerschende krijgstucht werd waargeno
men, maakte op haar geen onverdeeld gunstigen indruk.
Veelvuldige straffen moesten worden opgelegd wegens overtredingen
tegen de orde in de lessen. Uit de strafregisters bleek, dat verreweg
de meeste der opgelegde straffen een gevolg waren van bedoelde over
tredingen.
Men bleet er, bij voortduring, naar streven, de oudere cadetten er toe
te brengen, dat zij hun gezag over de jongere cadetten doen gelden, waar
zulks noodig is.
Voor misbruik maken van sterken drank werden in het afgeloopen cur
susjaar slechts enkele straffen opgelegd.
In het laatste caietten-kamp was de toestand in bedoeld opzicht echter
minder gunstig.