329 -
40 Yoorl. Yoorschr. is niet in overeenstemming met 157»
Recr. Sch. en Aanhangsel; hier is het commando: „Yoorwaarts stoot
Een", daar „Yoorwaartsche stoot Een". In 162 Recr. Sch.
en Aanhangsel, 11° regel v.b., staat:
de linkerhand bijna gestrekt, lees: de linkerarm bijna gestrekt.
Tweede Afdeeling.
De voorafgaande lessen, genoemd onder A, dienen nergens voor
en zijn bovendien wegens eene hooge mate van Kiinstelei verwerpelijk.
Zoo bevat de eerste les het onderdoorgaan, dat bij het vlugge
degenschermen te huis behoort en aldaar de quintessence uitmaakt,
echter bij de logge geweerbewegingen een paskwil is, daar het ge
weer te zwaar is voor dergelijke toeren; de tweede voorafgaande les
leert den nastoot, die in de eigenlijke lessen (blz. 24 en volgende)
menigvuldig onderwezen wordt; de derde les is eene combinatie van den
achterwaartschen sprong met den lagen stootde vierde les leert den
schijnstoot, die in het handgemeen niet gebruikt mag wordende
vijfde les leert het onderloopen, eene assautmanoeuvre, die eveneens
in de 3e Afdeeling hare plaats vindt, echter in het handgemeen te
kunstig is .om te worden toegepastde zesde les is uit een cursus
van het schermen met den degen overgenomen en leert den man, met
de punt van het wapen cirkels beschrijvende, hoogst kunstig afweren.
De kringparade kan misschien nog voor assauts worden verzonnen,
echter zou de samensteller aan den minder kunstigen infanterist eene
weldaad bewijzen, indien hij deze voorafgaande lessen uit de 2e Af
deeling elimineerde; zij geven nu aan de bajonetschermkunst een
waas van onbegrijpelijkheid, zeer zeker niet ten bate van het ver
trouwen van deu man in de voorgeschrevene behandeling van zijn
geweer; dit vertrouwen toch vormt den grondslag van de te behalen
resultaten; het schept den wil, waarmede de daad wordt uitgevoerd.
De lessen (blz. 2432) zijn eene voorbereiding voor het trekken'
(vechten)zij zullen den man een gemodelleerd beeld geven van
de gevechtshandelingen. Aangezien men in den strijd evenveel
kans heefc om in de rechtsche als in de linkscne stelling te
komen, niettegenstaande aanleg rechts betere dekking verschaft