330 (biz. 20,3e alinea), zoo zullen beide stellingen, als zijnde practisch evenveel waard, gelijkelijk beoefend worden; er zullen evenvele ge vechtsgangen van beide stellingen uitgaan. In dit voorschrift echter zien wij alleen de elfde les in de linksche stelling uitgevoerd en in de overige elf lesseD, die elk vier handelingen hebben, slechts bij drie dier bewegingen in genoemde linksche stelling komen of blijven; ik kan niet verklaren dat hier de goede gaven gelijkelijk verdeeld zijn. Er zijn twaalf lessen van geweer tegen geweer, zes lang niet kinder achtige lessen voor geweer tegen klewangvoeg hierbij vier en twintig lessen uit SieJbenhaar voor het schermen op de sabeldat ook beoefend zal worden (blz. 2, 5) en wij vinden in deze tweede voorbereiding voor het trekken eene niet gering te achten bron van kennis, befaamd wegens hare dorheid, want slechts weinig lessen zijn oorspronkelijke en natuurlijke gevechtsgangen, alle andere zijn kunstig afgeleid van eerstgenoemde, terwijl in deze omvangrijkheid niet eens al het geleerde in de le Afdeeling en de voorafgaande lessen is opgenomen. Zoo vinden wij nergens eene toepassing van den neerslag rechts (links), in 50 genoemd, noch van het bovenlijf terug, nastoot 51), evenmin van het ouderloopen verkorte stoot (vijfde voorafg. les, blz. 22), ook niet van de wendingen, uitwijkingen en uitvallen, waarmede de samensteller duidelijk te kennen geeft, dat deze manoeuvres niet in de gevechtsschool behooren maar in de 3C Af deeling. Welnu, scherp afscheiden tusschen deze scholen, wat ik bidden mag. Is het, omdat deze lessen-stof zoo machtig te digereeren is, dat ik nog geen enkelen officier aangetroffen heb, die deze lessen kent, dat ik zelfs officieren, beroemd wegens hun dienstijver, in ernst heb hooren zeggen, dat zii niet gaarne die lessen zouden willen kennen, terwijl toch het onderwijs in deze 2e Afdeeling 20) gegeven wordt door het Europeesche kader en de niet-Europeesche onderofficieren, zoomede door minderen die prevót of meester zijn 5) en „de luitenants deugdelijke instructeurs zullen zijn 4)"? A propos, beteekent 21 dat de onderwijzers slechts enkele dezer lessen zullen kennen Men kan van hen niet vergen dat alle lessen gekend zullen worden, zoo een eisch kan wel op papier maar niet in den dienst bestaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 336