3B5
het officierskorps van de infanterie slaat, dan blijkt dat de bevor
deringskansen buitengewoon slecht zijn, dat dientengevolge die toe
stand reeds geruimen tijd ernstige bezorgdheid volkomen wettigt en
dat de toekomst inderdaad het ergste doet vreezen
De kapiteins, die thans aan de beurt zijn om tot den majoorsrang
te worden bevorderd, zullen dien rang bereiken na een diensttijd als
officier van ongeveer 22 jarenwanneer men in aanmerking neemt dat
zij officier geworden zijn, toen de gemiddelde leeftijd waarop die rang
bereikt werd 26 jaar bedroeg, dan mag met recht gevraagd worden,
of over het geheel genomen voor een koloniaal leger als het onze
de elementen, waarmede de hoogere en hoogste rangen worden
samengesteld en aangevuld, geacht kunnen worden aan de daar
aan te stellen eischen te voldoen en of het niet inderdaad hoog tijd
wordt door het formuleeren van hooger eischen te trachten in dien
toestand verbetering te brengen? Doet men dat niet, dan zullen
toch de nadeelige gevolgen van dien toestand niet uitblijven.
Omtrent die eischen zou veel te zeggen zijn het behandelde onder
werp brengt dit evenwel thans niet mede en ik bepaal er mij daarom
toe op te merken dat, indien men het doel goed omschrijft, de middelen
tot bereiking daarvan ook wel gevonden zullen worden en dat hier vooral
van toepassing is: die het doel wil, moet ook de middelen willen.
De aanvulling van het officierskorps in de laatste jaren laat gelukkig
weinig te wenschen over; daargelaten of de inrichtingen tot vorming
van officieren in alle opzichten voldoen en het door hen afgeleverde
materiaal is wat het wezen kan, is het toch een feit dat in de jaren
1884, 85, 86, 87 en 88 de gemiddelde leeftijd van de tot officier
aangeleiden respectievelijk bedroeg 23—-^L, 22 ™,- 22
22en 22 jaren, en dit resultaat stemt inderdaad tot te.
vredenheid, te meer daar het zich laat aanzien, dat in dit opzicht
nog verbetering te wachten is en de toestanden van voorheen wel
niet zullen wederkeeren.
Anders en nog treuriger dan met de kapiteins, welke voor den
majoorsrang in aanmerking komen, is het evenwel gesteld met de
luitenants, die aan de beurt zijn en komen zullen voor bevordering
tot kapitein geschiedt die bevordering reeds nu niet dan na een diensttijd
van ruim 14 jaar als officier, het is zoo goed als zeker dat in de naaste