342
hoogstens twéé luitenants. Of men die reserve zal opnemen in de
formatie van den staf van het bataljon, bij de subsistenten-kaders op de
hoofdplaatsen of wel bij de depotbataljons, is een zaak van minder belang;
hoofdzaak is dat die niet aan de haar aangewezen bestemming wordt
onttrokken. Gelet op de na die vermindering nog steeds ruime formatie
aan luitenants bij de garnizoenstroepen en elders en voorts op de om
standigheid, dat de zeer ruime formatie van vier luitenants per
compagnie bij de depotbataljons overeenkomstig art. lOvandeYoor-
loopige Instructie betreffende de depotbataljons reeds thans er op
berekend is om bij expeditiën waarbij de strijdkrachten aan in
fanterie drie veldbataljons niet te boven gaan het ontbrekende
officierspersoneel in dien rang aan te vullen en volledig te houden,
moet die vermindering volkomen uitvoerbaar en alleszins aannemelijk
geacht worden. Neemt men nu nog in aanmerking dat met een reserve
van 25 °/0 luitenants boven de formatie, zelfs na het opvoeren der
formatie tot 150 soldaten per compagnie, de verhouding van officieren
tot soldaten nog zal zijn als 1 op 43, dan blijkt bij vergelijking
met de cijfers van den staat, op blz. 334 voorkomende, dat die ver
houding nog zeer bevredigend moet genoemd worden en zelfs na
genoeg voldoet aan de hoogste eischen, welke hieromtrent gesteld
kunnen worden, zoodat ook in dat opzicht tegen de voorgestelde ver
mindering geen enkel bezwaar bestaat.
Yan welke zijde ook beschouwd, schijnt mij een vermindering der
formatie aan luitenants alleszins mogelijk en derhalve noodzakelijk
toe; neemt men voorzichtigheidshalve een reserve van 25 °/0 als
noodig aan en voorts dat met een ernstigen wil zonder gevaar voor
den dienst elders een 14tal luitenants uit de formatie kunnen wor
den gelicht, dan zou die met 2 X 18 -j- 14 50 luitenants vermin
derd worden, waardoor deze minstens twee jaar eerder dan thans
voor den kapiteinsrang in aanmerking zouden komen, hetgeen een
afdoende verbetering moet genoemd worden.
Nog een enkele opmerking over den voorgesteldon adjudant-onder
officier per compagnie moge bier hare plaats vinden.
"Wanneer men in aanmerking neemt dat reeds nu de sergeant
majoor der compagnie overeenkomstig het bepaalde in art. 12 van het
Reglement op den inwendigen dienst der infanterie een zeer om-