348
opgewassen gevoelen en dus geen flink gezag kunnen uitoefenen en
inen schaadt daardoor bovendien in hooge mate het prestige van den
Europeaan tegenover den Inlander, hetwelk nauwe dagelijksche aan
raking onraadzaam maakt en bevelvoering van Inlanders over Euro
peanen onvoorwaardelijk uitsluit, een beginsel, dat trouwens ook is neer
gelegd in art. 8. van het Reglement op den inwendigen dienst en
7 van de Bataljonsschool, maar helaas nog te weinig in toe
passing wordt gebracht.
In de bestaande slechte verhouding wordt wel zoo goed mogelijk
voorzien door de bepaling, vervat in art. 41 van het Reglement op
den inwendigen dienst, dat bij de niet-Europeesche compagnieën de
dienst van korporaal der week bij toerbeurt wordt verricht door de
Europeesche korporaals en de niet-Europeesche sergeanten en daar
mede hunne verrichtingen nagenoeg gelijkgesteld, maar het is dui
delijk dat door dit hulpmiddel de scheeve verhouding geenszins
wordt weggenomen.
Over het geheel genomen vordert het gehalte eener Inlandsche
compagnie, waarover straks nader, een eenigszins betere aanvoe
ring, dus meer of beter kader dan een Europeesche compagnie;
bij het vervallen der Europeesche korporaals dient dus daarvoor iets
in de plaats te treden, naar mijne overtuiging wordt daarin het
best voorzien door een vermeerdering der Europeesche sergeanten
met 2, omdat dan als regel de groep door een Europeeschen sergeant
kan worden aangevoerd en daarmede aan den gestelden eisch voldaan
wordt. Het verdere kader dient dan te bestaan uit Inlanders, voor
de helft uit sergeanten, voor de wederhelft uit korporaals, of wat met
het oog op hetgeen boven reeds werd aangevoerd omtrent de nume
rieke verhouding van die twee graden nog beter zou zijn, uit 4 sergean
ten en fi korporaalsde 2 man kader, die een Inlandsche compagnie
bij die formatie meer dan een Europeesche zou tellen, kunnen dan
eenigszins beschouwd worden als een reserve voor algemeene diensten
of ook wel dienen om overeenkomstig het vooropgestelde beginsel een
betere aanvulling en als gevolg daarvan een betere aanvoering te
verzekeren.
De sergeant-majoor en de fourier blijven volgens de thans reeds
bestaande beginselen noodig voor de administratieve en andere door