29 2000 patronen met behulp van het magazijn waren verschoten zonder een enkele weigering of eenige stoornis te ondervinden. Intusschen waren aan het Lee-geweer, met zijn eenvoudig maga zijn onder den grendel en vóór den beugelkrop, groote verbeteringen aangebracht door het bevestigen van het magazijn door middel van een schroef oorspronkelijk werd het alleen door een veer aan het geweer vastgehouden en door een inrichting die het laden van het magazijn, aan het geweer bevestigd zijnde, toeliet; het werd toen andermaal onder den naam van „verbeterd Lee-geweer" in beproe ving genomen, aangezien de vroeger daartegen bestaande bedenkingen daarmede waren opgeheven. Op nieuw trad dit geweer nu in het strijdperk tegen het Lee-Bur- ton-geweer, dat wel dezelfde sluiting had maar voorzien was van een zeer eenvoudig magazijn, aan de rechterzijde en boven den bak aan gebracht, en waaruit na het openen van den loop telkens een nieuwe patroon door zijn eigen zwaarte in den bak viel; de strijd gold nu dus alleen de inrichting en de plaatsing van het magazijn. In Mei van het jaar 1887 werden drie honderd van elk dezer geweren voor eene beproeving op grooter schaal in gebruik gegeven aan het leger en de vloot (1); het resultaat dier beproeving was, dat (1) Deze beide geweren zag de kapitein van den generalen staf J. F. Breijer tij dens zijne zending naar Engelscli-Indië in het jaar 1887; hij teekent daaromtrent in zijn verslag het volgende aan: Sedert echter is als beginsel op den voorgrond getreden, zoowel de Britsche als de Inlandsche infanterie te bewapenen met een magazijngeweer, van welke twee stelsels, het verbeterd Lee en het Burton-Lee, volgens de laatste berichten in Enge land beproefd worden; van ieder dier geweerstelsels was een 50-tal kort voor mijn vertrek van Calcutta uit Europa uitgezonden en aan verschillende korpsen in be proeving gegeven. Ik heb beide geweren te Calcutta gezien. „Het eene had een kaliber van 11,45 mM, het andere van 10,15 mM. De sluit toestel was bij beide nagenoeg volkomen dezelfde en behoorde tot het boutstelsel; de slagpin werd vooruitgedreven door eene spiraalveer; de gebogen knop, dienende om den sluittoestel te behandelen, bevond zich geheel aan het achterste gedeelte, achter het staartstuk uitstekende. In hoofdzaak verschilden, de geweren in de plaatsing van het magazijn, dat 5 patronen kan bevatten, en zich bij het eene ter rechterzijde, bij het andere onder den bak bevond. In beide magazijnen lagen de patronen boven elkanderzij konden worden gevuld zonder ze van den loop af te nemen. Om het geweer als enkellader te gebruiken, kon het magazijn op eenvoudige wijze afgesloten worden; voor het ter rechterzijde geplaatste magazijn was eene kleine neder waar tsche

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 35