360 (bezoldiging, pensioenen, overtochts-, opleidingskosten, enz.) aanleiding tot niet onbelangrijke bezuiniging. Het meer benoodigde aantal Europeesche sergeanten wordt op gewogen door de vermindering van een gelijk aantal Europeesche korporaals, terwijl de daardoor veroorzaakte meerdere uitgaven niet van beteekenis zijn. Het leger telt thans 2750 Inlanders boven de formatie en reeds voor geruimen tijd werd door den Minister van Koloniën het voor nemen aangekondigd om dit getal geheel of gedeeltelijk in de formatie op te nemende volgens de ontworpen formatie meer benoodigde Inlan ders, zijnde 34 X 44 =1496 soldaten, zijn dus ruimschoots beschikbaar. Anders is het gesteld met de Europeanen. Daarvan zijn er toch benoodigd 28 X 21 588, en die zijn niet zoo gemakkelijk te vinden. Alhoewel door velen de vermeerdering van het jaarlijksch verkrijg bare contingent suppletietroepen volstrekt niet onmogelijk wordt geacht en eene geringe vermeerdering inderdaad bereikbaar mag heeten, zou het toch verkeerd zijn daarop te rekenen, daar dit zeer waarschijnlijk tot teleurstelling aanleiding zou geven de vraag is dus: zouden die Europeanen niet binnen de grenzen der formatie gevonden kunnen worden? Geheel zal dat wel niet mogelijk zijn, maar met een ernstigen wil en met terzijdestelling van kleine belangen, ter wille van het alles overheerschende belang dat in de slagvaardigheid en bruikbaarheid van het hoofd wapen gelegen is, kan in die richting zeer veel, zoo niet alles gedaan worden. Vooreerst maakt het verminderen van de formatie aan tamboers en hoornblazers 8 X 18= 144 combattanten, waarvan nageuoeg de helft Europeanen meer beschikbaar, welk cijfer door toepassing van de ontwikkelde beginselen bij de depotbataljons en de garnizoens- infanterie zonder eenig bezwaar met minstens 50 combattanten kan vermeerderd worden. Voorts is het een overbodige weelde bij de garnizoenstroepen en de strafdetachementen (behalve het Europeesche gedeelte) Europeesche tamboers en hoornblazers in de formatie te hebben, daar men bij een zoogenaamden gemengden troep nimmer Europeanen mag bestemmen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 366