DE BATTERIJSCHOOL DER VELDARTILLIE.
(Ie GEDEELTE.)
Sedert de laatste jaren hebben de exercitiereglementen der verschil
lende wapens zoo zeer aan degelijkheid gewonnen, dat daarop met veel
voldoening kan worden gewezenterecht begreep men dat de bewe
gingen, die meer vertoon dan nut gaven, moesten verworpen worden.
Onder al dat goede maakte de batterijschool der veldartillerie
nog een slecht figuur door eene zoo groote omslachtigheid, dat de
vraag, of deze misschien een kwaden invloed kon uitoefenen op de
degelijkheid der talrijke oefeningen bij dit wapen, alleszins gewettigd
scheen. In December 1888, eene vereeniging van artillerie-officieren
te Batavia bijwonende, genoot ik het voorrecht het lste gedeelte van
dat reglement te mogen bespreken, waarbij mijne bezwaren daar.
tegen in hoofdzaak door nagenoeg alle officieren werden gedeeld, en
waar mij tevens werd gezegd, dat een nieuw reglement in bewerking
was, misschien reeds gereed zou zijn.
Dat nieuwe reglement is verschenen, en het zal niema.id verwon
deren dat ik het met de meeste belangstelling ter hand nam, te
meer daar ik behalve de oefeningen in vlak terrein (mijne detachee
ring bij de Divisie Veld- en Bergartillerie te Batavia), ook de groote
manoeuvres in de residentie Kedoe, dus in geaccidenteerd terrein,
heb bijgewoond, waar ik mij bijna uitsluitend bij de veldbatterij
heb opgehouden.
Gulweg moet ik bekennen, dat mijne belangstelling maar zoolang
duurde, als ik tijd noodig had om den korten inhoud door te lezen,
al waren er eenige veranderingen ten goede te constateeren. Zie
daar, zoo dacht ik, de veldartillerie weder voor een aantal jaren
voorzien van een reglement, dat in de meest sterke tegenspraak is
met het terrein, waar zij zich in de werkelijkheid moet bewegen.
Alvorens tot eene bespreking der hoofdgebreken van dit reglement