366
zich op open, goed begaanbaar terrein te bewegen, weten de officieren
der veldartillerie het best.
De colonne met stukhen is dus regelde open colonne met sectiën
hooge uitzondering
De bewegingen in gesloten colonne zijn m. i. voor het grootste
gedeelte overbodig. In de pag. 520 t/in 552, IIe Deel van het „Ileden-
daagsch Gevecht" wordt op duidelijke wijze aangetoond, hoe in het
vijandelijk vuur de gesloten colonne niet mag voorkomen, en als
reden aangevoerd, dat de treffers hierin meer schade zullen aanrich
ten, dan in de open colonne.
In het Duitsche, Nederlandsche en in ous reglement wordt de
gesloten colonne alleen aangewend, wanneer men het voordeelig acht
de batterij eene weinig breede en ondiepe formatie te doen aannemen.
De Majoor Rooseboom stemt hiermede in, maar wil alle exercitie"
bewegingen uit en tot de gesloten colonne laten vervallen, ja, acht
dit zelfs wenschelijk, omdat, komen zij in het reglement voor,
dit zoo licht aanleiding geeft tot de gevolgtrekking, dat zij ook
bestemd zijn om in 's vijands vuur gebezigd ie worden.
Zeker is het, dat de overgroote rijkdom aan bewegingen der 5de les
slecht overeenstemt met de weinige en eenvoudige gevallen, waarin het
gebruik der gesloten colonne veroorloofd is (ook met het oog op het
terrein). Bovendien is machtsverberging door samentrekking in be
groeid of geaccidenteerd terrein niet zoo noodig, omdat men daarin
door den aard van het terrein genoeg verborgen is.
M. i. zou het reglement kunnen volstaan met de bewegingen, noodig
om uit de opene de gesloten sectiecolonne te formeeren, en
omgekeerd.
De opmarsch uit de open sectiecolonne tot de lijn van bataille kan
zijdelings op twee wijzen geschieden, nl. rechts of links en ter rechter-
of ter linkerzijde. Men zal mij toegeven, dat deze beide bewegingen
evenveel tijd vorderen om hetzelfde resultaat te bereiken; m. i. is
een dezer bewegingen te veel.
Vergelijken wij verder van de 2de en 3de les de opmarschen in
bataille en die in batterij, dan zien wij, dat, wat het voorwaarts en
achterwaarts betreft, deze bewegingen gelijke uitvoering hebben, met uit
zondering dat de sectiecommandanten bij het in bataille komen 46 pas