MEDEDEELINGEN OMTRENT LEGERS EN YLOTEN BTTITEN EUROPA. EEN EN ANDER UIT HET BRITSCH-INDISCHE LEGER. Eene meening omtrent het Bombay-legerkorps. Sir Charles Dilke geeft in de Fortnightly Review, onder het op schrift „Greater Britain", zijne meening te kennen over de Bombay Army en zegt daarvan o. a „Maar het Infanterie-regiment behoorde tot de Bombay Army en, hoewel het de oud-vaderlandsche exercitiën met bewonderingswaar- dige juistheid uitvoerde, maakte het op mij den indruk niet veel meer dan dat te kennen. „Liever zou ik mij in het gevaar begeven met eene compagnie van de Punjab-Infanterie dan met een geheel regiment van eenigen Zuid-Indischen stam. „Het is een feit dat de Bombay- en de Madras-Infanterie niet ge bruikt kan worden (te velde) tegen de Russen. (Deze troepen zijn naar de N. bergstreken gezonden, waarschijnlijk om bij eene mogelijke uitbarsting van den oorlog met Rusland de moeielijke concentratie te bespoedigen)maar men wil volstrekt den tegenzin in deze korpsen opheffen, en heeft ze dientengevolge bij het veldleger ingedeeld. „In het Bengaalsche korps zijn de Europeesche officieren geheel op hunne plaats maar ik vrees dat zij zich in de korpsen van Bombay en Madras zeer ongelukkig zullen gevoelen, omdat zij tot werkeloos heid zijn gedoemd. Het is zeer te betreuren dat een groot deel van ons Indisch leger is uitgesloten van de kans om ooit te velde schitteren de feiten te bedrijven." Dat de officieren van de Bombay Army ten zeerste verontwaardigd zijn over deze beoordeeling is niet te verwonderen. Zij weerleggen dan ook den schrijver van „Greater Britain" met de woorden van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 385