393 kracht alleen dan toont, wanneer het, met bloed vermengd, in de dierlijke lichamen komt en inwendig gebruikt geheel onschadelijk is wanneer de mond en de lippen heel zijnde kleinste scheur echter in de lippen maakt zulk eene proefneming gevaarlijk. De Dajaks verhoogen de werking er van door het sap te vermengen met fijngemaakte peper, het sap van ajuin en knoflook, met eene soort aram en eenige andere plantensoorten. De pijlen ziju 0,5 M. lange staven van licht riet, welker spits uit scherpe vischtanden vervaardigd wordt, die men lang, voordat men hen gebruikt in bovenomschreven vergift gedoopt en weder gedroogd heeft. Het benedeneinde van den pijl bestaat uit een ronden gladden kop van kurkachtig hout, die juist in de opening van het blaasroer past. Het blaasroer zelve is ongeveer 2 M. lang, van fijn glad hout; de opening van het roer is ongeveer een vinger wijd. De Inlander treft er op 25 a 30 passen zekerder mede dan de geoefendste schutter met ziju geweer. Op zulk een afstand missen zij nimmer een doel ter grootte van een gulden. Wie door een pijl getroffen wordt, is onherroepelijk verloren. Zoo onbeduidend kan de wond niet zijn, of zij veroorzaakt een spoedigen dood. Het eenige middel is de oogenblikkelijke amputatie van het getroffen lid. Dit zou nu wel plaats kunnen hebben, wanneer er altijd een deskundige bij tegenwoordig was en slechts armen en beenen door deze pijlen getroffen werden; maar wordt men aan het hoofd gewond of aan eenig ander deel des lichaams, dan kan natuurlijk zulk eene kunst bewerking niet helpen. Behalve door blaasroeren worden vergiftigde en ook andere pijlen, al of niet voorzien van weerhaken, afgeschoten door middel van bogen, welke somtijds van reusachtige afmetingen zijn, vooral in de Molukken. De boog is van eene veerkrachtige houtsoort vervaardigd en de pezen worden van dierenhuiden gemaakt. De slinger is' ook een wapen van den Inlander en hij weet met juistheid hiermede steenen of andere voorwerpen tot op aanzienlijke afstanden te slingeren. Om zich te dekken tegen vijandelijke schoten en tevens om slagen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 399