397 lende grootte en gedaante. Sommige zijn rond, andere langwerpig. Ook vindt men enkele, veel gelijkende op die van onze Snider-geweren. De munitie bestaat voor den geweerdragende in eenig kruit in een bamboezen koker, uit ettelijke kogels, die zelden van het kaliber zijn van het vuurwapen, waarvoor zij bestemd zijn, maar meestal van veel te kleine afmetingen, en uit een flink pak uitgeplozen saoe of buitenste bekleedsel van de klappernoot om tot proppen te dienen, terwijl enkelen van een paar reserve vuursteenen, een schroefdraaier en een aftrekker voorzien zijn. De munitie wordt meestal meegevoerd in eene soort patroontasch, die, hetzij van gevlochten stroo, hetzij van linnen of ook wel van hertenvel vervaardigd, met een linnen band gewoonlijk over den rech terschouder gedragen wordt. De Atjehers maakten de patronen voor hunne Beaumont-geweren zelve, doch zeer slecht. Yooral het vervaardigen der hulzen was zeer moeielijk voor hen, zoodat zij deze meermalen opzochten ter- plaatse, waar wij in stelling gestaan en gevuurd hadden. De artillerie van den Inlandschen vijand bestaat alleen uit positie- geschut. Veldgeschut bezit hij niet, daar hem de middelen ontbreken om de stukken mede te voeren in terreinen, zooals die in den Archipel worden aangetroffen. Enkele lilla's, in stelling gebracht op voor hen gewichtige punten, .kan men als zoodanig aanmerken. Dit positiegeschut is opgesteld in hunne bentengs en versterkte kampongs. Hun voorraad is uiterst gering en wat zij bezitten is van zeer ouden datum en komt volstrekt niet in vergelijking met het onze. Hunne beste stukken zijn nog die, welke zij ongeveer een eeuw geleden als geschenken hebben ontvangen van de vroegere Oost-Indische compagnie; men kan als het ware deze alleen als bruikbaar aanmerken. Voor het overige zijn het alle ijzeren ka nonnen in en uitwendig vol gallen en ingevreten roest. De meesteu zijn waarschijnlijk door zeeroof in vroegere jaren in hunne handen gekomen of door zeevarenden bij ruiling met andere goederen. Geschutgieterijen zijn ten minste nog nimmer gevonden. Het grootste gedeelte hunner kanonnen heeft kleine afmetingen, doch enkele zijn er van reusachtige lengte. In den regel is de ziel wijd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 403