400 Bij de bestorming van den Marapalm in 1823 door den luitenant kolonel Raaff waren vier veldstukken op den rechtervleugel geplaatst^ Toen de aanval mislukt was en onze troepen tot den terugtocht moesten overgaan, verlieten ons de Maleische hulptroepen, die belast waren met het voorttrekken van het geschut. De grond was daar enboven door gevallen regons als doorweekt, zoodat het den artil leristen onmogelijk was hunne vuurmonden uit den modder te halen. Er werd besloten tot eene hardnekkige verdediging. Tweemaal werd de vijand met groot verlies teruggeslagende munitie was verscho ten en uit gebrek werden pakjes geweerpatronen op de stukken ge laden. De vijand ziende, dat de verdediging onmogelijk kon worden volgehouden, deed ten derde male een verwoeden frontaanval, ter wijl een gedeelte zijner krijgsmacht de stelling omtrok, zoodat het hem gelukte ons te verdrijven en het geschut meester te worden. Later in 1834 zijn zij weder in onze handen gevallen. Gedurende den Java-oorlog vielen in 1825 in kampong Poerwo- dadie, bezet door djajang sekars en hulptroepen van den regent van Koedoes, onder bevel van den heer Nagel, twee veldstukken in han den van den vijand, toen de onzen uit genoemde kampong verdre ven werden. Eene maand later veroverde hij nogmaals twee stukken op ons, toen de majoor Buschkens na de nederlaag bij kampong Mintering genoodzaakt was terug te trekken op Dempet, waarbij de terugtocht ontaardde in eene wilde vlucht naar Semarang. Het ge lukte ons echter later deze verloren stukken te heroveren. Bij de D Balische expeditie viel een houwitser in handen van de Balineezen; bij de verovering van Djagaraga vonden wij dien vuurmond, tot aan de tappen geladen, in stelling staan in een der werken. In 1859 slaagden de Bandjareezen er in bij het afloopen der Onrust een 30 ®er mede te nemen, dien zij opstelden in kampong Lontonteoer. Er werd eene troepenmacht uitgezonden om die kam pong te tuchtigen en het stuk te heroveren. Toen de Suriname (een der stoomschepen) wilde voorbijstoomen, werd bet getroffen door een projectiel, uit den vermeesterden vuurmond geschoten. Toen het schip moest terugkeeren, ontving het weder tegenover de kampong geko men een tweede schot, dat het nog erger havende. Het was een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 406