403 twee compagnieën van het 12e en het geheele 14e Bataljon Infanterie, respectievelijk onder de orders van de majoors B. C. van do Sande en H. Begemann, op naar Kota Pohama en Pakan Kroëng Tjoet. „Aan deze troepen werden toegevoegd de officieren van gezondheid 2® klasse II. van Roijen en Lehmann met het noodige ambulancepersoneel en de vereischte dwangarbeiders, later nog versterkt door de officieren van gezondheid 2e klasse M. P. Rossouw en A. E. H. Lübbers alsmede eenige bereden ordonnansen, terwijl een peloton cavalerie onder den len luitenant Jhr. L. D. E. de Lannoij werd aangewezen, om bij het 14® Bataljon Infanterie den verkenningsdienst waar te nemen. „Bovendien vergezelden deze colonnes twee detachementen genietroe pen onder bevel van de 1® luitenants der genie N. Hageman en C. de Waal; het eene bestemd, om met de twee compagnieën van het 12® ba taljon naar de landtong ten Noordoosten van Kota Pohama te gaan en het daar gevonden wordende geschut te vernielen, het andere, om voor- loopig te Pakan Kroëng Tjoet achter te blijven en daarna, zoodra het 14® bataljon aan zijne opdracht zou hebben voldaan en in stelling zou zijn gekomen, gedekt door een detachement van 25 bajonetten onder den len luitenant F. J. F. Veerman, het geschut bij of in Kota Toeangkoe op te zoeken en eveneens te vernielen. „Eindelijk waren 2 sectiën bergartillerie onder kapitein Gr. F. Beer aangewezen, om ten 4 ure vóórmiddags naar Pakan Kroëng Tjoet af te marcheeren ter beschikking van den commandant van het 14e bataljon, indien deze op te heftigen tegenstand zou stuiten; een detachement van de bezetting Lamjong, ter sterkte van 30 bajonetten onder den len luite nant Anten, zou tot dekking der artillerie dienen, moetende de twee res- teérende compagnieën van het 12e bataljon zich te Kota Radja gereed houden, om op eerste bevel dadelijk per stoomtram, die daartoe zou ge reedstaan, naar Pakan Kroëng Tjoet op te komen. „Nog werd bepaald, dat de twee op de landtong ageerende compagnieën van het 12e bataljon zouden worden versterkt door 40 bajonetten van den post Kota Pohama onder commando van den 2eu luitenant J. H. Rutten, terwijl een oorlogsschip tegenover Koewala Gighen zou post vatten, om het opdringen van den vijand van die zijde te bemoeilijken. „Tegen 4 uur voormiddags van den 26en dezer kwamen deze colonnes te Pakan Kroëng Tjoet aan en marcheerden onmiddellijk verder, de colonne Van de Sande naar Pohama, de colonne Begemann in de richting van Gliëng ter voldoening aan de opdracht. „De tegenstand, welken het 14® bataljon ondervond, maar vooral het Dl. II, 1889. 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 409