412 eerste compagnie positie in het moeras langs het dijkje, terwijl de 3b compagnie tegen den begroeiden buitenrand bleef opgesteld. De vijand ging voort met vuren uit geweren en lilla's, waardoor de colonne al spoedig een doode, vier gewonden en 1 gewond cavaleriepaard bekwam, van welk laatste door eene lillakogel de onderkaak werd weggenomen. Deze verkenning leidde tot het resultaat: dat Kota Toeangkoe, dat volgens de gidsen nog meer achterwaarts lag en niet kon gezien worden, althans van deze zijde wiet moest worden aangevallen, omdat het zeer moerassige terrein en het water zulks onmogelijk maaktendat het moeras met de daarin groeiende en puntig afgekapte nipa-nipa onder 's vijands vuur niet door te komen zou zijndat Kota Toeangkoe niet bestond uit ééne maar uit meer bentengsdat de stelling des vijands, af te leiden uit het goed onderhouden vuur, goed bezet was, voorts dat de positie wel be wapend was met eene lilla, doch van geschutvuur was niets gehoord. Het was intusschen ruim 7 uur voormiddags geworden en van den aantocht der colonne "Veerman werd niets gehoord of vernomen, zoodat het gevecht werd afgebroken en de troep buiten het moeras opgesteld. Gedurende een der vuurpauzen werd in westelijke richting op verwijderden afstand eenig geweervuur gehoord van weinig beteekenis. De gidsen verzekerden aan den colonnecommandant, dat de colonne Veerman reeds lang ter plaatse aldaar had moeten zijn, dat die colonne dus zeker een ongeluk was overkomen; eene verklaring, welke zeker stof geeft tot nadenken, omdat daaruit blijkt, dat die gidsen althans bekend waren met het operatieplan der colonne Veerman. Met de 3e compagnie in de voorhoede, daarachter de ambulance en de lc compagnie als achterhoede werd de terugmarsch aangeno men ongeveer langs denzelfden weg, waarlangs de colonne gekomen was naar de stelling der 2e compagnie bij den oostelijken rand van Kedjoeroean, waar nu het geheele korps werd opgesteld in eene richting van Noord naar Zuid, front naar het Oosten en in den voorloopigen gevechtsvorm, terwijl de 10 compagnie daarachter als reserve werd opgesteld en het le peloton der 4e compagnie meer zuidwaarts bleef staan, front naar het Zuiden. Het terrein vóór en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 418