35 Gecomprimeerd zwart buskruit in kogeltjes geeft soms onregel matige snelheden, en stijgen die hooger dan 565 M., dan wordt de gasdruk te groot en dus gevaarlijk. Bij het Fransche geweer is z. g. chemisch buskruit in gebruik, dat een zeer groote aanvankelijke snelheid geeft, meer dan 670 M. het geeft geen rook en slechts een zwakken knal. Naar beweerd wordt heeft men in Duitschland een nieuw, nagenoeg geen rook gevend buskruit ingevoerd, dat aan het projectiel een aan vankelijke snelheid van 610 M. mededeelt. Het is niet bekend welke gasdruk door het Fransche buskruit wordt teweeggebracht, ook niet of het lang en in alle klimaten zijn goede eigenschappen behoudt. Het Duitsche buskruit geeft geen overmatigen gasdruk, doch het is evenmin bekend of het zich lang goed houdt. Zoogenaamd chemisch buskruit heeft zeer groote voordeelen, het geeft weinig of geen rooken slechts een zwakken knal, het laat weinig of geen overblijfselen in den loop achter, geeft regelmatige snelheden en veroorzaakt slechts geringe spreiding. Die voordeelen zouden echter weinig beteekenen, indien het bleek dat dit buskruit niet bestand was tegen een warm of vochtig klimaat en onder sommige klimaats- en temperatuursinvloeclen aanleiding gaf tot abnormalen en gevaarlijken gasdruk en dus tot slechte werking van den grendel en hulsklemming. Naar beweerd wordt is onlangs een buskruitsoort uitgevondendie een aanvankelijke snelheid geeft van 730 M. bij betrekkelijk geringen gasdruk. In alle geweren van klein kaliber worden tegenwoordig compound- projectielen gebruikt, bestaande uit een looden kern en een mantel van harder metaal. Bij de proeven, in Zwitserland genomen door professor Hebler en majoor Rubin, is gebleken dat loode" t> ojec- tielen niet bruikbaar zijn tengevolge van het aanlooden der trekken, inzonderheid bij een hooge temperatuur. Achtereenvolgens is voor den mantel koper, nikkel en staal gebruikt. Koper wordt echter dikwijls afgescheurd en het eerste schot uit een droogen, schoonen loop is altijd onregelmatig. Staal is onderhevig aan roesten, zoodat nikkel in alle opzichten de voorkeur schijnt te verdienen, vooral daar dit zoo danig met de looden kern kan verbonden worden, dat mantel en kern niet van elkander loslaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 41