V -A. IR, I ~A--
Lichtgevende verf.
Reeds lang heeft men de opmerking gemaakt, dat sommige mineralen,
zooals diamant en enkele soorten van vloeispaatk (fluorcalcium), na
eenigen tijd aan de zonnestralen te zijn blootgesteld, in het donker licht
van zich geven. Nog sterker neemt men het verschijnsel waar bij som
mige zouten, zooals zwavelcalcium, zwavelbarium of zwavelstrontium, wan
neer deze langs den drogen weg en bij hooge temperatuur bereid zijn.
Dit verschijnsel heeft den fabrieksseheikundige W. H. Balmain van
St. Helens in Lancashire aanleiding gegeven om proeven te nemen met
lichtgevende verf; de voorwerpen, daarmede bestreken, lichten het sterkst
naarmate het donkerder iszelfs is gebleken, dat de Balmainsche verf
met een phosphorzuur alkali-zout bij 80° licht, ook zonder vooraf licht
te hebben opgenomen. Dit laatste verschijnsel is alleen te verklaren door
aan te nemen dat de warmtetrillingen lichttrillingen opwekken.
Wij zullen ons echter bepalen tot het zoogenaamde geabsorbeerde
(opgeslorpte, aufgesammelte) licht, dat des te sterker en langer straalt,
naarmate van den duur en de intensiteit der voorafgaande verlichting.
Enkele onzer lezers zullen reeds uit den handel kleine lichtgevende
voorwerpen kennen, zooals étuis voor lucifersdoosjes, kandelaars enz.
Behalve deze hoogst nuttige aanwending vindt men de lichtgevende
verf toegepast op al die voorwerpen, welke men in het donker moet
zoeken (zooals sleutels, deursloten, horloges) of die men bij nacht tot
onmiddellijk gebruik moet bij de hand hebben (zooals wapens, patronen,
boussole, signaalfluitje, veldflesch, jachtmes enz.).
Men verve echter nimmer rechtstreeks het voorwerp zelf; steeds verve
men een afzonderlijk plaatje, band of lapje; dit wordt overdag aan de
gunstigste verlichting blootgesteld en kan tegen de atmosfeer worden
beschut; bovendien: het spaart verf uit.
Het verven en vooral het drogen moet met zorg geschieden; aan de
natte verf mag zich geen stof hechten.
Bij daartoe strekkende proefnemingen is voorts de meerdere of mindere