435 De legercommandant, generaal Yan Swieten, was, blijkens zijn schrijven van 6 Februari 1859 N°. 3 geheim aan den Gouverneur- Generaal, van oordeel dat, van de aanvallen op 10 en 15 Januari, „de eene ontijdig en zonder voorbereiding heeft plaats gehad en de andere, door een onverklaarbaar verzuim, niet naar behooren werd ondeisteund; de laatste aanval zou, bij meer beleid, ons gewis mees ter van de sterkte hebben gemaakt". Yerder schreef de generaal in dien brief o. a. „Dat de indruk van die twee mislukte aanvallen nadeelig voor onzen invloed zoude geweest zijn, schijnt niet te blijken; de rust is toch in de omliggende districten niet verstoord geworden en de stand van zaken is in het algemeen dezelfde als vroeger gebleven. „Yoor het oogenblik is dan ook eene ongunstige verandering niet te vreezen. De nadeelen, die wij geleden hebben door het afslaan der aan vallen, worden opgewogen door de verliezen, die den muitelingen zijn toegebracht door den strooptocht der colonne van den kapitein K. F. Schultze, wiens vernieling van een belangrijk deel der magazijnen der opstandelingen in den rug der versterkte kampong, waarbij zij een grooten voorraad padi, salpeter en houtskool verloren hebben, hun een onherstelbaar verlies moet hebben berokkend. Daardoor moet ook het vertrouwen van de opstandelingen op de gevolgen zeer zijn verzwakt, want hadden zij die magazijnen daar niet veilig en niet aan onze onder nemingen onttrokken, dan zouden zij ze daar niet hebben aangelegd. „Zoolang geene berichten van de expeditie naar Boni zijn ge komen en omtrent den uitslag van die expeditie geen zekerheid is verkregen, is het onraadzaam, de troepenmacht van Java te ver minderen. Zijn de berichten van Boni onverhoopt ongunstig, dan zal al de beschikbare macht daarheen moeten gezonden worden, en men zoude het dan betreuren, daarvan voor andere operatiën een gedeelte te hebben afgezonderd. Dat Boni voor het tegenwoordige een hoofdpunt is, waarvoor alle strijdkrachten beschikbaar moeten blijven, wordt door Uwe Excellentie te zeer beaamd, om daarover breeder uit te weiden. „In de binnenlanden van Palembang kan het status quo zonder gevaar behouden worden, wijl het jaargetijde voor een krachtig offensief niet geschikt en de stand van zaken er ook niet ongunstig Dl. II, 1889. 28°

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 441