446 80 mindere militairen en 40 pradjoerits. (1) Zij richtte zich naar En dik at, waar Pirahoen en de hem nog trouw gebleven aanhang, circa 40 personen sterk, werden overvallen in hunne veilig geachte schuilplaatsen in het gebergte. De muitelingen verdedigden zich moedig, doch leden op alle punten de nederlaagzij kregen tien ge wonden, waaronder Pirahoen zelf. Aan onze zijde werden een Eur. soldaat en een pradjoerit licht gekwetst. Hiermede was de aanhang van Pirahoen uit elkander geslagen en zijn invloed, voor het oogenblik althans, geheel vernietigd. De bevolking van de marga's Hoelak Ilir, Moelak Oeloe, Pagar Goenoeng en Soekoe Lima Djati keerde naar hare doesoens terug en maakte een aanvang met het herstel der bruggen en wegen. De onderwerpingen, die dagelijks in G o e mai Lembak plaats hadden, getuigden van de betere gezindheid der bewoners. Hoofden en bevolking toonden, zonder schijn van tegenstand, 's Gouvernements oppermacht te eerbiedigen. De resident kwam dan ook tot de slotsom, dat de opstand in Lematang Oeloe onderdrukt geacht kon worden en dat, wat nog aan de volstrekte rust in een klein gedeelte van Goemai Oeloe ontbrak, slechts langzamerhand kon worden verkregen. Intusschen begreep hij wel, dat Pirahoen en de pangeran van Tandjoeng Siri, hoewel voor het oogenblik geheel machteloos, die rust onder de lichtgeloovige bevolking gemakkelijk weder zouden kunnen verstoren. Verschillende tochten, om die personen onschadelijk te maken, had den ook nog in den loop des jaars plaats. Zoo werden, in de laatste dagen der maand Juli, uit Lahat en Pa dan g eenige militaire excursiën ondernomen naar Goe mai Talang en Goemai Oeloe; bij eene daarvan stootte men (21 Juli) op de talang Kepajang, de schuilplaats van Pira hoen, welke eenige oogenblikken verdedigd werd. De muiters werden echter weldra op de vlucht gedreven met achterlating van eenige wapens en andere goederen. Aan onze zijde werden 5 man (2 militairen, 1 pradjoerit en 2 koelies) licht gewond. Verdere tochten werden meestal door de pradjoerits verricht, met het gevolg dat Pirahoen, ofschoon hij niet in onze handen viel, (1) Wie deze colonne aanvoerde, vonden wij niet vermeld,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 452