457 zal zijn, is toch de consequente toepassing van dat goede beginsel geenszins onmogelijk te achten, mits men dat ernstig wil, want daarop komt het aan. Het kan niet worden ontkend dat door de groote behoefte aan aanvulling in het tijdvak 1873-1880 ook aan Europeanen het ge halte van de suppletie veel te wenschen heeft overgelaten de ge volgen daarvan zijn dan ook niet uitgebleven en nog lang daarna heeft men de nadeelen daarvan ondervonden; die tijden zijn nu echter gelukkig voorbij en over het algemeen kan worden gezegd dat het gemiddeld gehalte in de laatste jaren zeer bevredigend en gestegen is tot een peil dat om begrijpelijke redenen niet hooger kan worden opgevoerd. Of daarvan na het in werking treden der in uitzicht gestelde nieuwe militaire wetten in Nederland sprake zal zijn, is de vraag, maar elke verbetering zal natuurlijk met vreugde worden be groet. Over het geheel genomen zijn echter reeds thans onze Eu- ropeesche soldaten, niet het minst de Hollandsche jongens daaronder, flinke, geharde kerels, meerendeels in de kracht des levens, die soms wel is waar wat meer dan noodig en wenschelijk is aan Bacchus offeren, in het garnizoen niet altijd even zachtzinnig en gemakkelijk te leiden zijn, maar waarmede men toch goed geoefend en aangevoerd te velde als het ware alles kan doen en het is dan ook niet billijk te achten hen in dat opzicht bij anderen, zij het dan ook de Engel- sche soldaten in Indië, achter te stellen. Kon men voor het leger zooveel Europeanen krijgen als men wilde, dan zou men natuurlijk in het geheel geen inboorlingen noodig heb ben, daar dit echter het geval niet is, moet men zich zoo goed mo gelijk behelpen met inboorlingen en daarvan slechts de beste elemen ten nemen. Het Amboneesche element is zeker onder de inboorlingen wel het beste; in het garnizoen zijn de Amboneezen goede en ordelijke sol daten en hoewel onderlinge vechtpartijen (Amboneezen tegen Mena- doneezen) bij hen een enkele maal voorkomen, is de krijgstucht toch niet moeielijk te handhaven; zij zijn bovendien Christenen en te velde voldoen zij uitstekend; er zijn slechts zeer weinig voorbeelden dat zij zich van een minder gunstige zijde hebben doen kennen; het merkwaardigste is wel het lafhartig gedrag van een compagnie Am,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 463