- 459 sche, 1 Amboneesche compagnie en 2 Inlandsche compagnieën, eene samenvoeging die in elk opzicht boven de tegenwoordige de voorkeur verdient en waarmede ook wordt voldaan aan de goede bedoeling van het sedert ingetrokken Grouvernements besluit dd. 9 Mei 1875 (Staatsblad No. 114), waarbij bepaald was, dat gaandeweg de bataljons bij welke 3 Inlandsche compagnieën zijn ingedeeld zullen bestaan uit een Europeesche, een niet-Javaansche en twéé Javaansche compag nieën, zullende de werving der andere landaarden daarnaar worden geregeld. Naar de mate hunner bruikbaarheid te velde volgen op de Am- boneezen de Boegineezen. Omtrent het karakter, de geaardheid en de overige eigenschappen van den Boeginees wordt door den majoor der infanterie P. B. van Staden ten Brink in zijn boek "Zuid-Celebes'' o. m. het volgende gezegd: „De Boegineezen en Makassaren zijn lichamelijk goed ontwikkeld, „hebben eene redelijke lengte en zijn over het algemeen slank en „goed gespierd. „Zij zijn groote liefhebbers van de jacht op herten; op hunne „rappe doch kleine paardjes gezeten en rennende over steenen en „struikgewas door dicht begroeide alang-alang vlakten, wedijveren zij „in snelheid met dat edel wild, 't welk met den lasso gevangen wordt. „Aan hunne vlugheid van beweging paren zij nog eene taaiheid „in het doorstaan van vermoeienissen en ontberingen, waarop wij met „grond naijverig kunnen zijn; uit de lagere volksklasse komen uit muntende koelies voort. „De Boeginees evenals de Makassaar is trotsch en bluffig, bijge- „loovig, heerschzuchtig en wraakgierig, zelden weet hij zijne driften in „te houden, waardoor amokpartijen veelvuldig voorkomen. „Over een moord gevoelt de Boeginees geen gewetenswroeging; „wordt hem door zijn heer of hoofd daartoe de last gegeven, dan „volgt hij dien gewillig op. Hij ziet er geenszins lafheid in om met „velen een enkel persoon aan te vallen en af te maken. „Zijne oorlogzuchtigheid, waarvan een zekere roep bestaat, moet „tot roofzucht teruggebracht worden, daar deze twee eigenschappen „in verband met de zeden en gewoonten van het volk geacht kunnen „worden bij hem synoniem te zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 465