460
„In het open veld houdt hij zelden stand; niettegenstaande het
„voornemen om ons aan te vallen blijven zijn benden op zoodanigen
„afstand en gaan zoo spoedig loopen, dat men, zonder onbillijk te
„zijn, hen van lafheid moet beschuldigen.
„Dapperheid moet hem dan ook in de meeste gevallen ontzegd
„worden, daarvoor is het volk te onbeschaafd.
„Door een samenloop van voor ons ongelukkige voorvallen heeft
„de Boeginees eene reputatie verkregen van dapperheid, moed, groote
„strijdlustigheid en energie. Tot dusverre werd hij, wat dien aard
„betreft, in vergelijking met de andere volksstammeu van den O. I.
„archipel bovenaan geplaatst. Die kroon is hem thans op ruwe wijze
„door de Atjehers van het hoofd gestooten.
„Tot dat standpunt was echter de Boeginees zijns ondanks opge
dreven door ons eigen toedoen, door overdreven eigen loftuitingen
„bij betrekkelijk geslaagde en door verbloeming bij volkomen mislukte
„expeditiën."
Ondanks deze weinig vleiende schildering is het een niet te weer
spreken feit dat de Boegineezen in het leger over het algemeen dapper
en zeer onversaagd zijn en te velde goed aangevoerd voor alles te
gebruikende talrijke bewijzen voor deze bewering zijn zoowel in
den Padrie-oorlog, als in den Bandjermasinschen oorlog en te Atjeh
op afdoende wijze geleverd; wanneer men dan ook de lijst der mi
litaire belooningen raadpleegt, gedurende den geheelen Atjeh-oorlog
aan Inlandsche militairen verleend, blijkt dat de Boegineezen in even
redigheid hunner sterkte daarvan het leeuwenaandeel hebben gehad.
Inderdaad schijnt het verblijf in het leger en de school, die hij daar
in doorloopt, op den Boeginees een zeer goeden invloed te hebben;
persoonlijk met de Boegineesche werving te Makassar belast geweest
zijnde, kon ik getuigen dat men in de aangenomen wordende recruten
geen schitterende soldaten-eigenschappen zou vermoeden en ambte
naren, met land en volk bekend, hebben mij meermalen hun ver
wondering betuigd over het feit, dat de Boeginees in het leger tot
een bruikbaar soldaat wordt gevormd.
Intusschen hebben zijn goede eigenschappen te velde een ernstige
schaduwzijde, want tot de goede ordelijke soldaten iu het garnizoen
kan de Boeginees niet gerekend worden; integendeel, twistziek van