466 verschillende landaarden compagniesgewijze waren afgescheiden. Deze nieuwigheid van den lateren tijd moet intusschen volstrekt geen ver betering geacht worden; integendeel, voor den goeden gang van zaken, het geregelde beheer, het voeren der menage, het naar behooren huisvesten van den troep, waarbij de onderdeelen soms geheel van elkander gescheiden zijn of wat nog erger is Europeanen en Inlan ders soms met elkander in dezelfde localiteit zijn ondergebracht, een en ander in verband met het reeds vroeger aangevoerde bezwaar te gen eene samenvoeging van onderscheidene landaarden, heeft die ver andering niets dan nadeelenterwijl het doelde samenstelling dier compagnieën te regelen naar de tactische eischen, daarmede geens zins bereikt is. Wanneer toch op grond van tactische overwegingen samenvoeging van Europeanen en Inlanders in een en dezelfde compagnie werkelijk noodzakelijk is, dan kan men geenszins volstaan met een sectie Eu ropeanen en drie sectiën Inlanders, een indeeling welke nagenoeg overal bestaat en zich grondt op het bepaalde in art. 8 van het Reglement van den Inwendigen dienst maar dan is het duidelijk dat de beide elementen met het oog op de eischen van het gevecht, den voorpostendienst in staat van rust en beweging en den verken- ningsdienst moeten vertegenwoordigd zijn in het kleinste onderdeel dat nog zelfstandig kan optreden, d. i. de groep, en hoewel in dien, bij aanvaarding van het beginsel volkomen rationeelen zin werkelijk voorstellen gedaan zijn (1), zal toch wel niemand in ernst aan de aanneming daarvan denken. Samenvoeging van Europeanen en Inlanders in dezelfde compagnie is altijd een nadeel en deze moet zich daarom bepalen tot de ge vallen van onvermijdelijke noodzakelijkheid, dus misschien, zooals de kolonel Meijer terecht opmerkt, tot de bezettingen van posten; in alle andere gevallen, dus ook in dat der garnizoenen op de hoofd plaatsen der Buitenbezittingen, moeten de onderscheidene landaarden in afzonderlijke compagnieën worden vereenigdzooals dat vroeger was? desnoods met een eenigszins verschillende formatie; dat komt aan een ordelijk en regelmatig beheer, de oefening en huisvesting, (1) Zie: Iets over de formatie onzer infanterie. I. M. T. No. 10 van 1884.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 472