467 das aan den heelen toestand ten goede, terwijl men in het uiterste geval d. i. wanneer van die mobiele colonnes bezettingen voor posten moeten worden afgestaan nog altijd detachementen, waarin de ver schillende landaarden vertegenwoordigd zijn, kan vormen door samen voeging van reeds georganiseerde onderafdeelingen (sectiën). Het is intusschen de vraag, of het wel geheel juist gezien is dat voor de bezettingen van posten afdeelingen noodig zijn, zoowel uit Europeanen als Inlanders bestaande; zooveel is zeker dat dergelijke afdeelingen in de Engelsche en Pransche koloniale legers, die toch ook in de behoefte voor bezetting van posten moeten voorzien, niet bestaanwel heeft men in Tunis na de verovering van dat land in 1882 zes zg. compagnies mixtes van 400 man opgericht, voor de helft uit Europeanen en de helft uit Inlanders bestaande, in welke onderdeelen alle wapens vertegenwoordigd warenen die over een even groot aantal posten verdeeld met het voornemen meer derge lijke compagnieën in het leven te roepen, maar aan dat voornemen is geen gevolg gegeven en het Europeesche element is uit die afdee lingen geleidelijk verdwenen, terwijl zij zelve later, bij de met eene uitbreiding gepaard gaande reorganisatie van de koloniale krijgsmacht, daarin schijnen te zijn opgegaan. Hoe dat alles echter ook zij, het is meer dan tijd dat eindelijk eens uitgemaakt wordt, of het te velde formeeren van gemengde compagnieën uit de veldbataljons, zooals dat nu dikwijls geschiedt, al of niet nood zakelijk is; wordt dit inderdaad erkend op goede gronden te berus ten, dan is daarmede ook onze geheele organisatie met al den aan kleve van dien veroordeeld en moet men er toe overgaan ongeacht de daaraan verbonden nadeelen om die organisatie in overeen stemming te brengen met de eischen der tactiek, m. a. w. afzien van het compagniesgewijze afscheiden van de onderscheidene landaarden en alle compagnieën een gemengde samenstelliug geven, want het gaat toch niet aan eene organisatie uitsluitend te baseeren op poli tieke en administratieve eischendeze mogen slechts in de tweede plaats in aanmerking worden genomende tactische eischen moeten daarbij steeds op den voorgrond gesteld worden. Het handhaven van de tegenwoordige organisatie is alsdan ten eenenmale strijdig met alle regels van de tactiek en het gezond verstand, want kan men Dl. II, 1889. 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 473