- 471 deelige indrukken hadden ontvangen als hunne wapenbroeders, die zich reed8 zoolang in de vallei van Alahan-Pandjang hadden opgehouden. Op een andere plaats meldt diezelfde schrijver (blz. 453, Dl. II), dat de jammerlijke afloop van een nachtelijken patrouilletocht, onder kapitein Beijerman den 14en December 1844 in de onmiddellijke nabijheid van Padang ondernomen en waarbij de commandant, een Europeesche schout, een sergeant en 7 soldaten gedood en 12 sol daten van het 50 man sterke detachement gewond werden, z. i. en die zienswijze kan moeielijk betwist worden verband houdt met de slechte samenstelling dier patrouille, welke, iD plaats van uit sluitend uit minderen van de compagnie van den commandant, uit soldaten van verschillende compagnieën bestond. Naar mijn gevoelen moet intusschen de gestelde vraag ontkennend beantwoord worden en moet dus, mits aan zekere nader te stellen eischen voldaan wordt, het samenstellen van gemengde compagnieën worden afgekeurd, niet alleen omdat de daaraan verbonden nadeelen grooter zijn dan de weinige daardoor verkregen voordeelen, maar vooral omdat de tactische noodzakelijkheid daarvan niet kan worden aangetoond. Wanneer al niet geheel kan worden ontkend, dat voor sommige verrichtingen in den kleinen oorlog en voor enkele andere werk zaamheden, de inrichting van bivaks betreffende, de Inlanders meer geschikt zijn dan de Europeanen, zoo is hetgeen daaromtrent meestal wordt aangevoerd, toch zeer overdreven en gedeeltelijk zelfs onjuist. Even onjuist is de bewering dat de Inlanders bij uitstek geschikt zijn voor hetgeen men vroeger noemde het gevecht en tirailleur, omdat zij zich vlug en snel bewegen en terreinhindernissen van eiken aard kunnen overwinnen, waartoe dikwerf de Europeanen niet in staat zijn, en ook dat zij hunnen vijand weten te bespieden en te bekruipen, waardoor zij geschikt zouden zijn voor sluip- en verkenningspatrouilles. Het is toch een feit dat zoowel bij het verspreide gevecht als bij verschillende verrichtingen tot den kleinen oorlog behoorende, aan den soldaat, die daarbij dikwijls op zich zeiven zal staan en moeten handelen, hoogere eischen moeten worden gesteld dan wanneer hij in het gelid staat, waar hij den lichamelijken steun van anderen heeft, onder het oog zijner chefs is en waar hij dus veel meer hulp heeft

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 477