YELDARTILLERIE-EXERCITIËN IN DIJITSCHLAND
Bij de toenemende belangstelling in onze veldartillerie kan een
blik in een nieuw artillerie-reglement van eeDe der groote mogend
heden den lezers van dit tijdschrift niet onaangenaam zijn. Wij
bedoelen het nieuwe Duitsche reglement op de oefeningen der
bereden artillerie.
Dit reglement behandelt in 5 afdeelingen:
le. Oefeningen te voet en te paard zonder geschut.
2e. Oefeningen bij het stuk, in de batterij en in de divisie zonder
bespanningen.
3e. Stukrijderschool, batterijschool, divisieschool.
4°. Het gevecht.
5e. Wapenschouwingen en signalen.
Yan de le afdeeling valt weinig belangrijks te zeggen, evenzoo
van de 5e afdeeling. De 4e afdeeling (het gevecht) is de belangrijkste.
Wij ontleenen alleen aan de le afdeeling, dat de pas eene lengte
heeft van 80 cM. en dat in de compagniesschool alléén die bewegin
gen mogen worden beoefend, welke bij parades kunnen te pas komen.
Meer belangwekkend is de 2e afdeeling, die de oefeningen bij de
niet aangespannen stukken voorschrijft; wij lezen daarin ondermeer
het volgende:
Bij het afgelegde stuk staan slechts vier man bedieningtwee
man staan bij den voorwagen.
De sabel wordt aan den zadel gehangen.
Het flankenvuur is bij de Duitsche artillerie behouden gebleven.
De stukscommandant regelt en richt met het quadrant (richtboog),
dat hij aan een knoop van den mantel (tunique) draagt; de opzet wordt
door den richtkanonnier gesleld en behandeld. Onmiddellijk na het rich
ten op elk stilstaand doel wordt de richtbaak als hulpdoel ge
plaatst, tenzij zich vóór of achter het stuk een natuurlijk hulpdoel