476 terrein, daarna die in geaccidenteerd terrein, de laatste verbonden met tactische onderstellingen. De 3e afdeeliug van het reglement, welke aan de oefening der aangespannen batterij is gewijd, is een van de kortste en bondigste; de stukrijderschool beslaat hoogstens 17 bladzijden. Door teekens met de hand wordt het tempo geregeldstap, draf, galop of ren. In stap, draf en galop worden respectievelijk 125, 300 en 500 pas (van 80 cM.) afgelegdhet in batterij komen in galop is verboden, tenzij de batterij eenmaal galoppeerende is. Ontbreekt de mid denrijder, dan bestuurt de achterrijder de middenpaarden met gekruiste teugels (op de wijze waarop men een tweespan van den bok rijdt). De batterij exerceert niet zonder hare gevechtslinie (3 caissons, 1 voorraadwagen, de handpaarden der officieren). Behalve de open bataille-formatie (afstand 20 pas) bestaat eene gesloten formatie, waarbij de afstanden tusschen de stukken 5 pas bedragen; eerstgenoemde formatie dient alleen voor het avanceeren en retireeren onder 's vijands vuur. De colonne op de stukken van het midden bestaat in Duitschland niet. De sectie-colonnes, zoowel de opene als de gesloten, zijn alleen buiten 's vijands vuur toegelatendaarentegen bezigt men binnen vuurbereik, voor flankbewegingen en zelfs om te avanceeren en te retireeren, van de colonneformatiën alleen de colonne met stukken. Het „uitbuigen" van een stuk uit de colonne moet grondig be oefend wordende afstand der stukken is 6 pas. Kan, bij het in batterij komen de sectiecommandant het doel niet zien, dan stijgt hij weder opde commandant der gevechtslinie zendt drie caissons af, die zich achter de drie rechterstukken der sectiën opstellen. De bespanningen dier caissons voegen zich bij de gedekt opgestelde voorwagens. In de dekking maakt alles front naar de batterij. Aan de 4e afdeeling, bevattende de bepalingen voor het gevecht, ontleenen wij het volgende: le. Ordonnansen moeten zoodanig worden afgericht en voorbereid, dat zij de over te brengen orders tevens begrijpen. 2e. Eene „bedekking" is in den regel overbodig. 3e. Eene in het vuur staande batterij mag wèl versterkt, maar niet afgelost worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 482