482 De Sultan is het opperhoofd van het leger. Tot het ten uitvoer brengen van de bevelen betreffende de organisatie, de discipline enz. heeft de Groot vizier een particulier secretaris, met den titel van Minister van Oorlog. Commandant van een legerkorps of van eenig op expeditie zijnd gedeelte van het leger is gewoonlijk öf een lid van de Keizerlijke familie öf een bloedverwant van den caïd van eene belangrijke pro vincie. Op militaire bekwaamheden wordt niet gelet, de benoeming hangt geheel af van de luim van den Sultan. In beginsel echter is de hoogste rang in het leger die van caïd- agha, overeenkomende met dien van bataljonscommandant. Niemand wordt voortdurend benoemd tot generaalde bekleeder van eene zoo hooge waardigheid zou, door lang in zijne functie te blijven, slechts afbreuk doen aan het gezag van den Sultan. De hoofd- en subalterne officieren worden op dezelfde wijze be noemd; de gril van den Sultan, de gunst van den Groot-Vizier of van den minister van oorlog is voldoende om een eenvoudig soldaat tot officier, zelfs tot hoofdofficier te doen benoemen. Het bekleeden van de lagere hiërarchieke rangen is onnoodig; bewijzen van bekwaamheid worden niet gevraagd. Gewoonlijk zijn de officieren caïds geweest of hoofd van een Guich, een naam welken men geeft aan de vereeniging der strijdbare manschappen van een Makhzena-stam. Het personeel van het departement van oorlog bestaat uit twee secretarissen van den minister en een faqui of geletterde, wien de redactie der stukken is opgedragen. Het belangrijkste element van het leger, het best geoefend en gewapend, hoewel in getalsterkte de minderheid hebbende, wordt gevormd door de zich noemende „el Askar", een Arabisch woord beteekenende „gewapende troep". De (el) Askar werd opgericht in 1845; zij bestaat uit infanterie, cavalerie, artillerie en twee com pagnieën genietroepen. Na den slag van Isly kreeg de toenmalige commandant Abd-er- Rahman de overtuiging dat de generaal Bugeaud zijne troepen verslagen had door zijne bewonderingswaardige tactiek en de nauwkeurige uitvoering zijner bevelen. Hij schiep kort daarna nieuwe korpsen, waaraan hij den naam van Askaris gaf en droeg de zorg voor hunne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 488