485
9 bataljons, gedwongen recruteering
10 vrijwilligers
9 in de zeeplaatsen
9100
5000
2700
Totaal
16800 man.
Aan den heer Maclean, ex-luitenant van het Engelsche leger, is de
oefening opgedragen van de bataljons, die garnizoen houden in de
residentie van den Sultan. Deze oefening laat veel te wenschen over. Be
halve de behandeling van het geweer wordt nagenoeg niets onderwezen.
Drie bataljons van de zeeplaatsen staan onder de bevelen van een
kapitein, een luitenant en twee sergeanten van het Fransche be
zettingskorps in Algiers. Eens per jaar worden deze bataljons op
geroepen en gedurende drie maanden geoefend.
Hieruit volgt dat een gedeelte van de Infanterie exerceert op z'n
Fransch, een ander op z'n Engelsch, terwijl de bevelen hier in het
Engelsch en daar in het Fransch worden gegeven, wat de ergerlijkste
spraakverwarring ten gevolge heeft.
Sedert Moulaï Hassan als Sultan is opgetreden, heeft hij de gewoonte
aangenomen in de lente van elk jaar eene expeditie tegen een op-
roerigen stam te ondernemen. Daartoe worden een maand te voren
de manschappen, behoorende tot de Askaris, opgeroepen om geoefend
te worden in den velddienst en het schijfschieten. Na afloop van
de expeditie keeren zij voor 5 a 6 maanden naar hunne haardsteden
terug, om de schatkist niet te bezwaren. De expeditie van 1888
tegen den stam der Beni-Ugill werd door den Sultan zelf gecom
mandeerd.
De Harabas zijn bewapend met in zeer goeden staat verkeerende
Martini-karabijnende bewapening van de andere troepen bestaat
uit 10000 slecht onderhouden Werder-geweren, 2000 Remington-
gewereu en 1000 Winchester-karabijnende bezettingstroepen heb
ben nog kerngeweren, sommige zelfs nog vuursteengeweren. De man
schappen hebben de gewoonte de staartstukken hunner geweren met
een doek te omwinden.
De patroontasch en de bajonet zijn aan den gordelriem bevestigd.
Van de bewapening van het leger zegt de heer Gabriel Charmes,
die in 1885 aan de Fransche ambassade in Marokko verbonden was:
„De geweren behooren tot allerlei bekende en onbekende stelsels, van